Perdixperdix (Linnaeus: Tetrao) 1758. Gedrongen, in de Lage Landen in wilde staat levend Veldhoen (een oude synonieme naam voor de soort).
Houttuyn 1763 vermeldt als officiële naam "Gewoone Patrys" en Schlegel 1852 "DE PATRIJS". In het fries spelt men de naam Patriis.ETYMOLOGIE N Patrijs <N PERDRIJS, PARTRIJS (VK c.1616) <Patrijs (1595) <Perdrys (1502) [Brouwer 1953 p.5] <mnl Paertrise, partrise, patrise, pertrise, perdrise <oudf perdriz (1170) (>F Perdrix) <Lat Perdix (2e nv. perdicis) <Gr népöi? perdix (=' patrijs' (nl. niet zeker welke species), reeds bij Aristoteles). Coomans de Ruiter et al. 1947 (p.138) geven op dat de etymologie van de Gr naam onbekend is, maar dat deze mogelijk een onomatopee is. B&TS 1995 wijzen op het Gr ww. perdesthai, dat 'explosieve geluiden maken' betekent. Voor onze Patrijs is dit wel een beetje van toepassing, en ook voor de Steenpatrijs Alectoris graeca (Meisner: Perdix) 1804, op welke soort de Gr naam betrekking zal hebben.
In het E zou de mansnaam Patrick (en Paitrick) van de vogelnaam afgeleid zijn [Lockwood 1993 p.114]. Evenwel lijkt het meer ws. dat de E mansnamen, evenals F Patrice en It Patrizio, afgeleid zijn van Lat patricius 'adellijk' [Van der Schaar 1994].
Evenals in andere talen, heeft ook in het E de schrijfwijze van de vogelnaam erg gevarieerd met betrekking tot de hoeveelheid en de plaats van de letter(s) -rin het midden.
