Gepubliceerd op 16-11-2020

Patreel

betekenis & definitie

Volksnaam voor de Kneu ← in Zuidoost-Vlaanderen, d.w.z. in Mollem, Waregem, Zingem en Oudenaarde, en in Halen (BL). Meertens 1971 (p.119) vraagt zich af, of er verwantschap is met F Pétrel 'Stormvogel(tje)', en Weijnen 1996 acht dit mogelijk (p.146).

Dit is echter minder waarschijnlijk. Stormvogel(tje) en Kneu zijn totaal verschillende vogels, en de naam voor de op zee voorkomende Stormvogels/Stormvogeltjes zal in het binnenland bijna nooit gebruikt worden. {Onwaarschijnlijk is ook invloed van Sp Pardillo 'Kneu'; <Sp pardo 'bruin(grijs), grauw' dat eventueel met de Tachtigjarige Oorlog in België verzeild geraakt zou kunnen zijn. Het vlaamse woord zou dan door metathesis (omzetting) van de r ontstaan moeten zijn. Invloed van het Sp vind je ook bij dialect supieten 'zwezerik' (<Sp chupar 'zuigen'), leuvens platekon 'rond schijfje' <Sp patacon 'munt' en palaver (<Sp palabra 'woord, spraak') [Weijnen 1996].} Wilms [980615,4] veronderstelt een veel voor de hand liggender invloed van de F vogelnaam Traquet pâtre 'Roodborsttapuit', welke soort een overeenkomend biotoop heeft. Deze biotoop is de sleutel voor de overdracht van de naam: F pâtre betekent namelijk herder, veehoeder; de vogelnaam duidt dan op een biotoop als de heide, of een extensief begraasd stuk grasland. Een F *pa(s)trelle (=herdertje, herderinnetje, als metaforische naam voor de vogel die hem/haar gezelschap houdt) zou aan de vlaamse naam ten grondslag gelegen moeten hebben (wat de -lals verkleiningsuitgang verklaart).Teirlinck 1908-1922 noemt ook Patreelke als volksnaam voor de Spotvogel "op Overschelde", en tevens Petroolke te Asper (OVl) voor "nen trekveugel, die maar laat in de Lente hier aankomt en in 't struikgewas en de hagen rond de woningen overblijft. Het wordt door de landbouwers alom beschermd om den wille van zijn onvermoeid, aanhoudend zingen." Uit deze omschrijving blijkt dat inderdaad de Spotvogel bedoeld is, althans niét de Kneu of Roodborsttapuit. Uit de omschrijving komt nog nauwelijks de oorspr. bedoeling van herdertje' naar voren. Het aspect herdertje' is ook niet van toepassing op de Groenling, die in de omgeving van Deinze (OVl) Groene Patreel genoemd wordt/werd [publicatie 1988]. Wél een typisch 'herdertje' (namelijk voorkomend op de hei) is de Geelgors, welke vogel in Sint-Maria-Leerne (volgens WVD 1996, p.152; bestaat er eigenlijk wel een plaats onder deze naam?) eveneens Groene Patreel genoemd wordt; het probleem bij deze naam is dan weer dat de Geelgors zelf niet groen is. Waarschijnlijk is Patreel een algemene(re) vogelnaam geworden en herkende men de ware etymologie niet meer. Dat zou dan een verbastering naar Petroolke verklaren. [Wilms 980615,4; mb.98F,23f