Phylloscopus proregulus (Pallas: Motacilla) 1811. Kleine maar markant getekende, bij ons de laatste jaren regelmatig op de trek verschijnende, uit Azië afkomstige Boszanger, die genoemd is naar de duitse natuuronderzoeker Peter Simon Pallas (1741-1811), die de soort het eerst beschreef.
De Pallas' Boszanger werd dus eerder benoemd dan de Bladkoning (in 1842). Schlegel 1844 (zó kort na 1842!) kende de Bladkoning dan ook niet of wist althans het verschil tussen deze en de1 Pallas' Boszanger niet. Op p.XLV voert hij op: "Regulus modestus. D Bastard Goldhähnchen. F Roitelet bâtard. Gould, Birds of Europe, Pl.149.
Motacilla proregulus, Pallas, Zoogr.,I, p.499, no. 133. Regulus proregulus, Keys. u. Blas., p.LV. Dalmatien, Daou rien ..." Voor het tweede element zie Boszanger.1 Vele vroegere auteurs gebruikten voor soortnamen waarvan het eerste element een persoonsnaam in de tweede naamval uitmaakt (eponiem), géén lidwoord van bepaaldheid, net zomin als men grammaticaal verdedigen kan: "de Jans voetbalbroek". Tegenwoordig is zo'n genitief in de soortnaam geen belemmering meer om te zeggen: "een Pallas' Boszanger, twee Pallas' Boszangers, de Pallas' Boszanger van gisteren is nu weg (één speciaal individu), de Pallas' Boszanger in het algemeen (de soort als zodanig)".
