Gepubliceerd op 16-11-2020

Nachtzwaluw

betekenis & definitie

Caprimulgus europaeus Linnaeus 1758. Vooral 's nachts actieve vogel, die men kennelijk op een Zwaluw vond lijken.

Fries (lokaal) Nachtswel, Junsswel (fries jüa 'avond'), vlaams Nachtzwalm [De Bo 1873/1892] en Nachtzwaalm [Joos 1900]. DNachtschwalbe. E (Devon) Night-swallow.BENOEMINGSGESCHIEDENIS De naam komt voor in Schlegel 1852, in hoofdletters (voor de betekenis hiervan zie Inleiding, sub Bronnen), maar wordt niet genoemd door Houttuyn 1763 of B&O 1822. Schlegel 1854 schrijft: "De Nachtzwaluwen, ook Dagslapers en gewoonlijk Geitenmelkers genoemd, zijn Zwaluw-vogels [onderstreping door mij], die eene nachtelijke levenswijze en zachte vederen hebben." Het is frappant dat uitgerekend Schlegel met deze naam komt aanzetten, want hij wist al: "Vele nieuwere natuuronderzoekers scheiden de Nachtzwaluwen met de Gierzwaluwen van de Zwaluwen af, en brengen deze onder de Zangvogels, beide eerstgenoemden onder de Spechtvogels." De kans is groot dat Schlegel zich, behalve door de systematiek van die tijd (deels nog die van Linnaeus 1758!), ook heeft laten leiden door de D naam Nachtschwalbe. Houttuyn 1763, NV 1770 en B&O 1822 gebruikten de naam Geitenmelker ←, welke een vertaling is van Lat Caprimulgus. Houttuyn 1763 (p.615) noemt Dagslaap, meer als vertaling van D "Tag-Sclaeffer" [moest ws. zijn: Tag-Schlaefer]. Bij B&O 1822 is dit de naam van hun eerste keus geworden: "De Europische Dagslaap". Zie ook de volksnamen Dwaaske, Nachtratel, Vliegende Krodde, Vliegende Pad.