Gepubliceerd op 16-11-2020

Malefijt Malefijtje

betekenis & definitie

Onder zeevarenden verbreide volksnaam (bijv. in Katwijk, Scheveningen en Vlaardingen) voor bepaalde zeevogels. Het zijn Malefijten, die regen en wind schijten = 'Als je Malefijten naast je schip ziet, kun je rekenen op regen en wind'.

Ook: Malefietje, Malefeiter, malefiten (1615) (Jan Huyghenvan Linschoten1 (1563 Haarlem 1611 Enkhuizen)) en Malefijter bij Coenen 1578 [Egmond 1997 p.34].ETYMOLOGIE Malefijt <portugees malfeito 'verkeerd, slecht gedaan' <Lat malefactus, verleden deelwoord van malefacere 'kwaad doen'; het kwaad is in het geval van het Malefijtje het slechte weer; of <portugees malfeitor 'boosdoener' <Lat malefactor 'boosdoener, tovenaar'; schreef men de vogel de magische kracht toe om storm te verwekken? [vDE 1993; NEW 1992].

Volgens vD 1970 is Malefijt de benaming voor de "stormvogel (Procellaria)" waarmee ws. de Noordse Stormvogel ← bedoeld is. Malefijtje is de benaming (in Katwijk en Vlaardingen) voor het Vaal Stormvogeltje ← of Stormvogeltje ← (med. G vd Bent, B van As) en ook Coenen 1578 [Egmond 1997 p.34] heeft het over "kleine vogeltjes", wat beter bij het Stormvogeltje past dan bij de veel grotere Noordse Stormvogel.

1 Jan Huyghen beschreef in zijn Reys-Gheschrift Van de Navigatien der Portugaloysers in Orienten (1595) hoe hij aan de oostelijke uitgang van de Straat van Nassau een baken plaatste met een ton erop: "De ton opgherecht wesende deden onsen Cours de Custe langs oost aen." Het is mogelijk dat ‘Jan Huigen in de ton, met een hoepeltje er om', het bekende kinderliedje, aan die ton ontleend is. [Berns & Strouken 1993]