N uitdrukking voor "iemand die in alles gelukkig is" [vD 1970]. De term komt in het fries niet voor.
Bij het element -vogel moet niet aan een speciale vogel gedacht worden; het is vergelijkbaar met het zelfde woord in spotvogel (=iemand die overal de spot mee drijft) en "’t is een gladde vogel" ('hij is een slimme vent') [Ter Laan 1967, p.107]. Met Geluksvogel wordt in St.-Goriks-Oudenhove (OVl) wél een speciale vogel bedoeld: de Ooievaar [WVD 1996]. Het tegengestelde van het trefwoord is pechvogel. Dit woord komt uit het D en is in 1909 voor het eerst in de N literatuur aangetroffen [Sijs 2001].