Gepubliceerd op 16-11-2020

Ekster

betekenis & definitie

Pica pica (Linnaeus: Corvus) 1758. Bij het volk zéér bekende Kraaiachtige zwart-witte vogel met een lange staart.

Er zijn enige uitdrukkingen waarin de Ekster voorkomt: Hij kan het als een Ekster het huppelen 'Hij is er zeer bedreven in', (vlaams) Van Eksters en Kraaien wordt men beschetterd 'Door dwazen en bozen wordt men beschimpt, Men wordt altijd door de strontkar (en niet door een koets) overreden' en (zeeuws) Je zit daar beter dan in een Eksternest, want dan zat jein de prikkels.

Er zijn voor deze soort zeer veel volksnamen, waarvan een deel naar klank en etymologie verwant is (heterofonen), bijv. noordhollands/texels Aakster, fries Akster en Akke (officieel nu: Ekster), gronings Oakster, achterhoeks Eister, vlaams Ikster, brabants/zeeuwsvlaams Okster en limburgs Eekster en Iekster.

Door metanalyse ontstonden vlaams Nakster en zelfs Takster, terwijl er ook voorbeelden zijn van voorgevoegde jtot Jakster, Jekster en Jakke.

Nasalering van de gutturaal in vlaams Ingster en limburgs Engerst en Engest. Andere varianten in Meertens 1969, Schaars 1989, WVD, WBD enWLD.

In sommige gevallen werd de naam gebruikt voor de Vlaamse Gaai, wat in de vele volksnamen met -ekster erin voor deze soort nog tot uitdrukking komt. Anderzijds kreeg de Ekster hier en daar een h-prothese (kempens Hekster, oostfries Häkster), welke mogelijk ontstond door contaminatie met een oude naam voor de Gaai (nog in D Eichelhäher-, zie Heeger).

Eksters werden vooral vroeger veel gehouden als huisdier, waarbij de vogel werd geleerd te praten. Zie hiervoor sub Klapekster, van origine een naam voor zo'n 'pratende' Ekster. In de naam voor de totaal niet-verwante Scholekster ← heeft de gemeenschappelijke markante verdeling tussen wit en zwart in het verenkleed een rol gespeeld. Ook sommige zwart-witte volièrevogels worden wel Ekstertje genoemd.

BENOEMINGSGESCHIEDENIS De naam als in het lemma vinden we bij B&O 1822: "Corvus Pica L. De Ekster, Aakster." Vroeg 1764 en Wegman 1765 voeren de naam Langstaart Aakster (p.5 resp. 8).

Fries Ekster (<Akke, Ekster ef Bunte Ekster [De Vries 1928]). Mnl Exter wordt alleen anders gespeld.

ETYMOLOGIE N Ekster <N Aakster [Houttuyn 1762], Aekster [NV 1770] <N EXTER, AECKSTER. Pica. germ. aegersten, gal. agache. atzel [VK c.1618] (met "exter-ooghe" naast "aecksterooghe ... & kraeyen ooghe") <mnl Exter, ecstre, aexter, aester, haexster [MH 1932, verder mnl "Externest en Exteroge"], ankster [Suolahti], vroeg-mnl aghersten bonten (met achtergeplaatst bnw.) was een benaming voor geestelijken die, net als de (bonte) Ekster, in zwart-wit gekleed gingen [Vroegmiddelnederlands Woordenboek].

D Elster <mhd eilster, agelster <ohd agalstra (agistra, agastra oudsaksisch) [Suolahti]. Net als in het N zijn er ook in het D zeer veel variante volksnamen voor de Ekster, onder welke westfaals Ekster en mnd Exter op de N namen lijken. E Haggister (1584, Kent) <oudengels *egistre [Lockwood 1993]. <Westgerm *ago'de puntige, de scherpe' + suffix -astrjön (waarmee vrouwelijke nomina agentis werden gemaakt, het komt voor in fries Wilster 'Goudplevier, letterlijk schreeuwster') [Kluge 1899 § 49]. De combinatie met dit suffix zou echter de basis tot een ww. maken, op dit punt is een verlaten theorie ten aanzien van de betekenis van de basis ('bang zijn', vgl. gotisch og 'ik ben bang', de vogelnaam zou dan op 'bange, schuwe vogel' neerkomen) sterker [FWH 1912].

Mogelijk verwijst *ago'puntig, scherp' naar de lange puntige staart. Ook kan men de snavel scherp gevonden hebben, in dit geval moet overwogen worden dat de germ naam oorspr. niet voor de Ekster (Pica), maar voor de (eveneens bonte) Specht (Picus) heeft gestaan, wiens snavel fameus is vanwege zijn gehak. In dit geval wordt ook beter tegemoet gekomen aan het werkwoordelijk aspect van de basis, want 'met een scherpe snavel opereren' is gelijk aan 'hakken' en de vogelnaam zou dan neerkomen op 'hakster'.

Ohd agaza (met een ander suffix) >oudf agache (11e eeuw) >F Agace, Agasse (lokale naam voor Ekster) >E Haggess (1599; lokaal en nu verouderd), en ws. ook ouditaliaans Agazza [B&TS 1995] >It Gazza (vgl. La Gazza Ladra 'De diefachtige Ekster', opera van de italiaan Gioacchino Rossini (1792-1868) (maar zie ook sub Gaai voor een andere visie). Catalaans Garsa vertoont een r (vgl. de Reigernaam Garza)).

Niet verwant zijn sloveens Sraka en R CopÓKa Soróka, nl. deze <idg *(s)ker(een ono-stam) [Pokorny 1959], evenals oudpruisisch Sarke en litouws Sarka. [mb.970731 & 970930; Wilms 970807] Zweeds Skata 'Ekster' en deens Husskade zijn niet etymologisch verwant met Ekster, maar met hetNwoord schaats [NEW 1992]. De betekenis is hier echter wél relevant, nl. 'staart' (in zweeds dialect is skate ='staart'). [Wilms 971022,2] Oudnoords skate =Vleet Raja batis Linnaeus 1758; E Skate; met een spitse snuit, en, als alle Roggen, een lange spitse staart [mb.97C,16].

Jacob van Maerlant c.1266 schrijft onderhoudend over de Ekster:

vs.3131 Pica dats der aestren1 name.

Van plumen scone ende bequame Es si, ende die vele scalcheit can2.

Haer nest ontset si3 gherne den man.

Si maectet scaerp van doernen buten;

Boven can siet decken ende sluten, Ende maect twee gate meer no min, Daer si gaet uut ende in.

Met aerde maect sijt sachte binnen.

Plinius doet ons bekinnen4, Dat aestren jonghen over waer Gheten die maken die oghen claer, Ende dan sijn si ghevleghen best.

Worde daestre in een strec ghevest5 Al tlijf hout so stille ghemene, Sonder metten bec allene, Daer toe doetse al haer macht, Hoe sijt ondoet mit hare cracht.

Jonghen opghehouden leertmen wale Spreken menigherhande tale, Ende hoeren nauwe na die wort,6 Ende pinen hoe sise bringhen vort.

Die die tonghen hebben breet, Spreken beste ende ghereet. 1 2

1 varianten: aexstren en exsteren
2 en tot veel listen in staat. Z'n nest, onbereikbaar voor de mens, maakt hij met scherpe doorns; Boven kan hij het nest afdekken,
3 si (=zij) slaat ws. terug op Pica
4 Plinius leert ons, dat als je jonge eksters eet, waarlijk, je ogen zullen genezen; je kunt ze dan het best gevild eten.
5 [=variant] Geraakt-ie in een strik, dan houdt hij z'n lijf stil, maar met behulp van alleen z'n snavel en alle beschikbare kracht, komt hij daar weer uit los.
6 ze luisteren aandachtig naar de woorden en doen hun best ze weer te geven.

Klapekster