Gepubliceerd op 16-11-2020

Eikelaakster

betekenis & definitie

Oude N naam voor de Vlaamse Gaai, waarin deze met een Ekster (=Aakster) vergeleken wordt [Houttuyn 1762; Schlegel 1858; Albarda 1897; alle zonder opgave van locatie]. 'Eikel-' is gemotiveerd door het voedsel van de vogel: de vruchten van de Eik Quercus sp. Niet alle eikels worden direct opgegeten; sommige ervan worden begraven, wat men ten tijde van de naamgeving mogelijk ook al wist.

Met aakster is dan ook mogelijk het 'diefachtig' gedrag (als van de Ekster), versterkt door het begraven van de 'buit', mede gesuggereerd. Houttuyn 1762 geeft de naam Eikel-Aakster op als een naam (in vertaling!) die door de (klassieke) "Schryvers" wordt gebruikt. Dit is dan "Pica glandaria", die men o.a. in Jonston 1660 (Tab.XVll) vindt (Lat Pica 'Ekster', Lat glandaria 'aan eikels gebonden' <glans 'eikel' (ookmedisch); ook: 'kogel'.ETYMOLOGIE N eikel: <mnl ekel, eeckel, oorspr. een verkleinwoord van N Eik <mnl Eike, eke, eec, eic, heike, heke [MH 1932]. D Eichel <ohd eihhila, verkleinwoord van ohd eih (>D Eiche 'Eik').