Gepubliceerd op 16-11-2020

Dobbetjirk

betekenis & definitie

Officiële friese naam voor de Poelruiter ← [B&TS 1995]. Boersma 1981 geeft Dobbetsjirk.

Fries dobbe 'uitgegraven waterkom in weiland of op terp; klein meertje' geeft bij benadering de biotoop van de soort, al zijn dit in Nederland o.h.a. slikranden en opgespoten terreinen. Fries Tjirk 'Tureluur' krijgt de functie van achternaam ('genusnaam'), zoals Ruiter in het N.ViF 1977 behandelt de Poelruiter niet (heeft dus ook geen friese naam voor de soort): de eerste wn. voor Friesland was op 17 augustus 1986. De naam van het lemma is een boekennaam, zal bij de huidige toename van wn.en van de soort mogelijk beter bij friessprekenden in het gehoor komen te liggen.

ETYMOLOGIE fries dobbe o.a. 'kuil' ~N diep, limburgs duppe, doppe 'vlak aardewerk schaaltje' en D Topf 'pot, (kook)pan, nachtspiegel'. Voor andere verwante woorden zie sub Dompelaar en Duiker.