Gepubliceerd op 16-11-2020

Bastaardarend

betekenis & definitie

Aquila clanga Pallas 1811. In N zelden verschijnende Arendsoort uit Oost Europa, iets kleiner dan de bij ons evenzeer zeldzame, maar toch (vooral in verband met de Valkerij) beter bekende Steenarend.

Vergeleken bij de Steen- of Koningsarend bleven de jachtprestaties van de kleinere Bastaardarend achter, reden voor de naam (bastaard hier: 'iets mindere soort', zoals in bastaardsuiker of Bastaardnachtegaal ←). Fries Bastertearn ←.BENOEMINGSGESCHIEDENIS Eykman 1934 (De Levende Natuur 38:365) hanteert de N naam Groote Schreeuwarend, naast de naam Kleine Schreeuwarend voor de er veel op lijkende Aquila pomarina (thans: Schreeuwarend). Albarda 1897 p.56 hanteert de naam Bastaard-arend (zegt dat de soort ten onrechte op de N lijst stond) en Schlegel 1858 de naam Basterd-arend. Westerman [in Herklots 1858]: Basterd-arend (n.a.v. de vangst van een ♀ op het Loo in mei 1855).

Voous 1976 (De Lepelaar 45:10) vermeldt: "De naam Bastaardarend schijnt als boekennaam in de vorige eeuw te zijn ontstaan". Maar de naam als zodanig wordt al vermeld bij een kopersnede van Matthias Merian in Jonstonus 1660 van een moeilijk te determineren Arend species (vermoedelijk een jonge Zeearend) als volgt: Haliaeetus Adler bastard, Meer Adler. Ws. is de Zeearend hierbij vergeleken met de Steenarend. Aangezien ook Voous memoreert dat de Bastaardarend op veel kleinere prooien jaagt dan de "echte" arend, de Steenarend, zou de naam toch eerder via mensen die met het gedrag van de soort bekend waren (zoals Valkeniers) in het leven moeten zijn geroepen dan door museumornithologen, van wie eerder op maten gebaseerde namen als *Kleine Arend of *Middelste Arend verwacht zouden mogen worden.

De naam Bastaardarend heeft een lichtelijk pejoratieve (ongunstige) inhoud.

In andere talen draagt deze soort zijn naam naar zijn roep (=geschreeuw) (bijv. Gr klangê 'geschreeuw'), zijn witgevlekte juveniele kleed (bijv. E Spotted Eagle) of zijn, in vergelijking met de Schreeuwarend, dikke snavel (pools Orlik grubodzioby; pools grubo 'dik', dziób 'snavel'; vgl. pools Grubodziób 'Appelvink', letterlijk: 'dikbek').

ETYMOLOGIE N bastaard <mnl bastaert, bastard (1273) [VT] <oudf bastard (>F bâtard 1190, volgens VT ouder); fries bastert.

De verdere etymologie is onzeker, maar een populaire verklaring is: <m.e.Lat bastum 'pakzadel', door Muilezeldrijvers gebruikt als plaats waar (onwettig) kind verwekt wordt. Ofwel de plaats van verwekking is de 'schuur', waar (synoniem) F fils de bast misschien op wijst (got bansts = 'schuur') [VT2000].