Gepubliceerd op 16-11-2020

Bandijsvogel

betekenis & definitie

Ceryle alcyon (Linnaeus: Alcedo) 1758. Grote soort van Ijsvogel met witte onderzijde waarover ter hoogte van de borst een band van grijs.

Het ¥ heeft daaronder bovendien nog een band van roodbruin. De enige N wn. en vondst (die tevens de eerste van Europa waren) van deze amerikaanse IJsvogelsoort dateren van 17 december 1899. Snouckaert 1908 en Thijsse 1944 noemen: Amerikaansche Band-ijsvogel (De Vries 1911: Amerikaansche Bandijsvogel). In Kist 1954 wordt de huidige naam vermeld. Houttuyn 1762 noemde hem "Gekuifde [Ysvogel]".Ook in andere talen is de soort genoemd naar de band(en) over de borst: fries Ban-iisfugel ft, D Gürtelfischer (Gürtel 'gordel, ceintuur') en F Alcyon ceinturé (oudere F naam Alcyon a collier). De N naam is ws. de vertaling van E/Am Belted Kingfisher (E belt 'gordel, riem, band').

ETYMOLOGIE Nband (in letterlijke zin: strook stof om te binden) <mnl bant (Bern. c.1240) [VT] ?<F/mf bande (begin 12e eeuw); fries ban <oudfries band; D Band <ohd bant. Germ * bandastaat in ablaut met oudnederfr *binda; D Binde in verschillende vogelnamen zoals Bindentaucher 'Dikbekfuut', Bindenkreuzschnabel ‘Witbandkruisbek', Bindenseeadler ‘Witbandzeearend'. N ww. binden <mnl, mnd binden-, fries bine <oudfries binda, oudsaksisch bindan, D binden <ohd bintan, E bind <oudengels bindan, zweeds binda, noors binde <oudnoords binda, gotisch bindan. <proto-germ/idg *bhendh 'binden, vlechten'. Germ -i<idg -e-, vgl. D fünf <mhd finf <Gr penta, zie Klankwet nr. 11.