Achtervoegsel dat in de N nomenclatuur voor de klasse van de Vogels Aves frequent en voor verschillende doeleinden gebruikt wordt. Albarda 1897 gebruikt dit achtervoegsel om namen van ordes en families te construeren, bijv.
Duikerachtigen voor wat bij hem de orde der Urinatores is, Alkachtigen ← voor de familie der Alcidae en Raafachtigen voor de familie der Corvidae. Het achtervoegsel werd en wordt niet consequent voor iedere benaming van ordes en families gebruikt; zo heet de orde Striges bij Albarda 1897 "Uilen" en de familie Bubonidae "Ooruilen".In dit werk worden regelmatig vogelnamen op -achtige(n) vermeld, welke als consequentie van het gebruik van hoofdletters bij vogelnamen dus ook met een beginhoofdletter worden gespeld (zie Verantwoording: Spelling van de vogelnamen).
De meest ‘ dankbare' vogelnamen zijn Alkachtige(n), Fuutachtige(n) resp. Vinkachtige(n) voor Alcidae, Podicipedidae en Fringillidae welke nl. zonder dat het geringste misverstand mogelijk is, het verschil maken met de Alk Aca torda, de Fuut Podiceps cristatus en de Vink Fringilla coelebs. (Buiten de ornithologie zijn goed herkenbare namen: Katachtigen (zoölogie) en Wolfsmelkachtigen (botanie)).
Misverstand is al snel mogelijk wanneer men voor 'de familie van de Fuutachtigen' de naam Futen zou hanteren; met deze laatste naam immers duidt men ook 'meerdere exemplaren van de soort Fuut' aan. Toch heeft de redactie van het vogeltijdschrift Dutch Birding (c.1980) besloten deze situatie te aanvaarden, zij het dat men onderscheid wenst te maken tussen Futen 'meerdere exemplaren van de soort Fuut' en futen 'meerdere exemplaren uit de familie der Fuutachtigen' (in dit geval kunnen ook Dodaarzen onder de futen vallen). Het verschil is nu alléén duidelijk bij schriftelijk gebruik van de naam, want het zit hem in het al dan niet gebruiken van een hoofdletter. Bovendien zal aan schrijvers die vogelnamen nóóit met een hoofdletter wensen te schrijven het verschil ontgaan.
