Wanneer wij Portugal als wijnproduceerend land bespreken, denken wij natuurlijk het allereerst aan „Port”. Dit land produceert echter ook gewone tafel wijnen, al hebben deze lang niet de beteekenis van de likeurwijnen. Portwijnen zijn geen natuurwijnen; aan de vloeistof is alkohol toegevoegd met het doel te verhinderen, dat te veel suiker uit den most zou verdwijnen, zoodat de wijn min of meer zoet blijft. De eigenlijke portwijn moet uit het Douro-bekken afkomstig zijn.
Vele merken stammen uit streken, die in de nabijheid hiervan gelegen zijn, bijv. de Lissabonwijnen. De bodemgesteldheid is in de Dourovallei zeer bijzonder, dit is de voornaamste oorzaak van het zeer bijzondere karakter van Portwijn. De hoofdzetel van handel en export is Oporto. Speciaal de Engelschen hebben zich voor dezen handel geïnteresseerd, vandaar dat een groot deel van de markt der portwijnen te Londen is en met Engelsch kapitaal gedreven wordt, (zie verder Port). Met den portwijn wordt in één adem de Madeira genoemd, een bekenden morgen- of middagwijn, geel tot donkerbruin van kleur, droog of zoet, al naar de wijze van bereiding. Deze, van de Canarische eilanden afkomstige wijn, wordt verhandeld en verscheept vanuit Funchal, één der havens van de eilandengroep. Ook de Madeirawijn wordt met alkohol aangezet. Over de speciale eigenschappen en de bijzondere bereiding, zie het afzonderlijke artikel Madeira.
