Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 17-03-2019

Wijn (geschiedenis)

betekenis & definitie

De oorsprong van het wijngebruik verliest zich in de eeuwen. In den Bijbel wordt herhaaldelijk over wijncultuur gesproken en het verhaal van Noach’s dronkenschap is een bewijs, dat de mensch zich reeds vroeg aan overmatig wijngebruik schuldig maakte. Ook de andere oude volkeren kenden en waardeerden den wijn. In Griekenland werd de cultuur in de poëzie hoog verheven.

Meestal gebruikte men daar met hars gekruiden wijn, een gewoonte, die aldaar plaatselijk nog niet geheel verdwenen is (Wijn van Kreta). De Grieksche wijnkroesjes hadden destijds een zeefinrichting om de klompjes hars tegen te houden, dit zou den oorsprong zijn van het gebruik van kauwgom. Deze bestond bij de antieke volken inderdaad uit „mastixtranen”, een bekende harssoort.

Onder de Romeinen bereikte de wijncultuur een hoogtepunt. De edelste stekken kwamen steeds uit Latium. Vanuit Italië heeft de wijnstok zich langzaam over de verdere wereld verspreid. Letterlijk en figuurlijk is hij Europa binnengekropen, evenals de hopplant. Hannibal leerde den wijn in Italië waardeer en en bracht den bouw naar zijn vaderland over. Later kwam de leiding van de wijnproductie in handen van kloosterlingen. Franciscanen en Dominicanen deden veel aan selectie en vonden nieuwe procédé's uit. Dom Pérignon ontdekte bijv. de fabricage van Champagne. De Abt van St. Emilion interesseerde zich bijzonder voor de Bordeaux-wijnen. De cultuur in de Rijnstreek kwam eerst tot bloei na de ervaringen, opgedaan door de Duitsche Kruisvaarders. In de 17e en 18e eeuw wordt de wijnbouw meer wetenschappelijk gedreven. In het laatst der vorige eeuw heeft meeldauw en druifluis de wijncultuur met volledigen ondergang bedreigd. Het was toen de Fransche geleerde Louis Pasteur, die middelen uitdacht om aan dit kwaad paal en perk te stellen. Dank zij zijn arbeid herstelde de cultuur zich volledig. Zelfs kan men sindsdien van grooten vooruitgang spreken. Thans heeft de wijnbouw zich uitgebreid over bijkans de geheele wereld. NoordAfrika, Chili, Brazilië, Australië en de Kaap zijn nu belangrijke wijncentra. Door een wonderbaarlijk aanpassingsvermogen, weet de diepe penwortel van den wijnstok zelfs in waterarme gebieden overvloedige oogsten voort te brengen.

Alleen in Frankrijk en Algerië verschaft de wijnbouw aan ruim 7 millioen menschen brood. Ook in andere landen is wijn een bron van welvaart en niet te vergeten van vreugde en gezond optimisme. Wij zullen hierbij slechts terloops melding maken van de talrijke industrieën, die met de wijnproductie en handel in direct of zijdelings verband staan, bijv. het transportwezen, de glasfabricage, de kurkenhandel, verder drukkerijen, stroohulzenfabrieken en niet te vergeten restaurants, hotels, enz.