Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 17-03-2019

Warenwet (verplichte aanduidingen)

betekenis & definitie

De Warenwet geeft niet alleen waarborgen omtrent kwaliteit en deugdelijken toestand van eet- en drinkwaren, ze heeft ook tot taak de eerlijkheid in den handel te bevorderen.

Eenerzijds tracht de wetgever dit te bereiken door het stellen van kwaliteitseischen, anderzijds door het verplichten tot bepaalde etiketteering.

In het algemeen gesproken stelt de overheid zich op het standpunt, dat uit de voorgeschreven etiketteering duidelijk zal moeten blijken, of het publiek te maken heeft met het „echte”, dan wel met het „nagemaakte” product. Tot het beoordeelen van de kwaliteit kan men niet iedereen in staat achten, daar is trouwens ook het opsporings- en onderzoekingspersoneel voor. Het juist beoordeelen van de voorgeschreven etiketteering is iets dat men mag verwachten, vooral omdat getracht wordt deze zooveel mogelijk in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid. Namaakproducten kunnen op deze wijze wel niet geweerd worden, maar ze kunnen niet schuil gaan achter andere waren en daardoor niet de oorzaak zijn van unfaire en ten slotte voor sommigen vernietigende concurrentie. Met eenige voorbeelden kan dit worden toegelicht. In het Jam- en Limonadebesluit worden bijv. producten, die uit natuurlijke bestanddeelen bestaan met het voorvoegsel „vruchten” aangeduid; vruchtenlimonadesiroop, vruchtensap, vruchtenpuree. Kleur, aroma en andere bestanddeelen zijn dus geheel van natuurlijken oorsprong. Alles stempelt het product dus tot eerste klas waar. Uit de etiketteering blijkt dit ook. Allereerst uit het voorvoegsel „vruchten”, dat een natuurlijken oorsprong waarborgt, maar ook afbeeldingen van fruit, vruchtboomen en woorden als „edel”, „le kwaliteit”, „prima”, „natuur”, „zuiver” „ooft” e.d. mogen op de etiketteering voorkomen, zoodat uit woord en afbeelding blijkt, dat hier een eerste kwaliteit wordt aangeboden. In namaakproducten mogen dergelijke aanduidingen niet gebruikt worden. Ook in die artikelen waar de kristalsuiker gedeeltelijk door de goedkoopere (maar eveneens voedzame) zetmeelsiroop vervangen is, mogen dergelijke aanduidingen niet voorkomen. Deze waren zijn allen gekenmerkt door het voorvoegsel „huishoud”, huishoudappelsiroop, huishoudgeld, huishoudjam, huishoudmarmelade. Op de etiketten mogen wel verschillende vruchten afgebeeld worden echter woorden als „edel”, „prima” enz. zijn verboden. Ook het achtervoegsel „ette” in dranken bijv. limon-ette — heeft een zelfde beteekenis. Ook hierin is een deel der suiker vervangen door de goedkoope zetmeelsiroop. Onjuiste vermelding wordt zooveel mogelijk verboden of onmogelijk gemaakt. Bij kunsthonig bijv. mogen geen afbeeldingen op de etiketteering voorkomen, die herinneren aan de bijenteelt, dus geen bijenkorven, bijen, bloemen of ijmkersinstrumenten. Producten, die geheel of gedeeltelijk uit Kunstproducten bestaan als: pudding saus, limonadesiroop, limonettesiroop, alkoh.vrije likeur, lim.gaseuze, mogen niet nader aangeduid worden met woorden als „prima”, „edel”, „natuur”, „zuiver” enz. Afbeeldingen van vruchten zijn hier eveneens verboden.

Melkbrood moet bijv. met M.B. gemerkt zijn. Roombrood met R. De kaas moet de aanduiding dragen van het vetgehalte of voorzien zijn van het rijkskaasmerk. Boter, eieren en vleesch moeten gestempeld worden. Dergelijke merken worden niet alleen aangebracht voor het publiek, maar ook ten gerieve van de controleerende ambtenaren. Wanneer echter het koopend publiek op de hoogte is van de beteekenis dezer merken, zal dit het toezicht zeer ten goede komen. De verschillende verplichte merken en kenteekenen worden in dit werk bij de desbetreffende artikelen vermeld.

Dergelijke aanduidingen moeten steeds duidelijk zichtbaar aangebracht zijn. Bij het voorschrijven der etiketteering wordt gesproken over „duidelijk leesbaar schrift”, in latijnsche hoofddrukletters, die niet door wisschen te verwijderen zijn, (dus niet met krijt, potlood enz.). Vele aanduidingen moeten in een bepaalde letter-hoogte en lijndikte worden aangebracht, bij anderen wordt alleen gesproken van duidelijk schrift. Naast deze wettelijk verplichte aanduiding, mag in vele gevallen nog een phantasie-aanduiding of ander opschrift voorkomen (natuurlijk niet iets, dat in tegenspraak is met de bedoeling van de wet). Dergelijke opschriften mogen echter niet opvallend groot zijn, niet duidelijker of meer in het oog loopend dan de wettelijk verplichte aanduiding of vermelding. Deze mag in geen geval schuil gaan onder de phantasie-aanduiding. Bij een groot aantal artikelen is zelfs iedere aanduiding, anders dan de wettelijk verplichte etiketteering verboden. Wat aanduiding is en wat niet, laat natuurlijk eenige ruimte toe. De bedoeling van den wetgever is stellig hierbij een niet te nauw standpunt in te nemen. Het is geenszins de bedoeling hierbij belemmerend, wel regelend op te treden. Wanneer een fabrikant een van zijn producten met een anderen naam wil aanduiden dan wettelijk voorgeschreven is, moet hij daarvoor een speciale toestemming van de Kroon vragen.

Het spreekt vanzelf, dat die toestemming alleen verleend wordt, wanneer werkelijk gebleken is, dat er reden is voor een dergelijke uitzondering. De toestemming wordt natuurlijk steeds op bepaalde condities verleend. Op deze wijze kunnen ongemotiveerde verzoeken gemakkelijk afgewezen worden.

Wanneer het waren betreft, waarvoor nog geen aanduidingen bij Koninklijk Besluit vastgesteld zijn, is de benaming vrij, met dien verstande, dat ze niet in strijd mogen zijn met de bedoeling der wet. Vrij zijn bijv. de benamingen van alkoholhoudende dranken (andere dan wijn, vruchtenwijn en bier), banketbakkerswaren en visch.