Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Vetten (harden)

betekenis & definitie

Vetten (harden) - Wij kunnen een practisch onderscheid maken tusschen twee soorten vetten: vaste vetten en vloeibare vetten (oliën). De industrie vraagt bij voorkeur vaste vetten, de natuur geeft voornamelijk vloeibare vetten. Vraag en aanbod zijn dus niet met elkander in evenwicht. De techniek heeft echter dit verbroken evenwicht weer weten te herstellen.

Twee Fransche scheikundigen, Sabatier en Senderens, hebben indertijd een methode uitgewerkt, om langs chemischen weg vloeibare vetten in vaste om te zetten. Wanneer oliën onder invloed van fijnverdeelde metalen (nikkel) onder druk met waterstofgas behandeld worden, neemt het vloeibare vet waterstof op en gaat daarbij over in een vet met een hooger smeltpunt. Bij dit vethardingsprocédé wordt de olie tevens ontgeurd; onaangenaam riekende vloeibare vetten (traan van groote zeezoogdieren bijv.) kunnen dus door eenvoudige vetharding geschikt gemaakt worden voor velerlei doeleinden. Onder de beschrijving van de wettelijke eischen van oliën en vetten wordt vermeld, dat een dergelijke voorbehandeling ook altijd uit het opschrift moet blijken, bijv. gehard cocosvet enz. Er wordt wel beweerd, dat geharde vetten in voedingswaarde achter zouden staan bij de natuurlijke vetten.

Dit is echter niet het geval, beide stoffen zijn vrijwel gelijkwaardig. Het mogelijk achtergebleven spoortje nikkel is volkomen onschadelijk. De vitaminen (in dierlijke vetten komt vaak de vitaminen A en D voor), worden bij het hardingsprocédé geheel vernietigd. Wij willen er evenwel de aandacht op vestigen, dat gehard vet zelden als zoodanig dienst doet, maar meest als grondstof voor de bereiding van spijsvetten gebruikt wordt. Deze worden daarna vaak kunstmatig gevitaminiseerd.