Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Verzadigingswaarde van verschillende spijzen

betekenis & definitie

Verzadigingswaarde van verschillende spijzen - Hieronder verstaat men in de voedingsleer een maat, die aangeeft hoeveel van een bepaalde spijs geconsumeerd moet worden, om den gebruiker een gevoel van verzadiging te doen ondervinden. Het zal ieder duidelijk zijn, dat hierbij sterk de individueele eigenschappen naar voren komen. Het verzadigingsgevoel hangt ten nauwste samen met den gezondheidstoestand op het tijdstip van waarneming. Wat hier van deze waarde gezegd zal worden, heeft dan ook alleen betrekking op gezonden, niet op zieken of herstellenden.

Deze waarde staat allereerst in causaal verband met het volume van het voedsel en den tijd, welke de bestanddeelen in de maag blijven. Dit heeft zelfs aanleiding gegeven tot het begrip „maagvulling”. Behalve het volume, dat slechts een zeer tijdelijke verzadiging beheerscht, speelt hierbij de voornaamste rol de calorische waarde, de hoeveelheid energie, die uit de spijs geput kan worden (wat wij in populaire woorden gewoon zijn „voedzaamheid” te noemen). Het noodzakelijk warmteverlies van het lichaam, tengevolge van arbeid of uitstraling, moet op een of andere wijze aangevuld worden. Hiervoor dient o.a. de verbranding van koolhydraten, vetten en eiwitten, een proces, waarbij ook voedingszouten, fermenten, hormonen en vitaminen een alles beheerschende rol spelen.

De afscheiding van maagzuur en darmsap schijnt niet in verband te staan met het gevoel van verzadiging. Bekend is het verschijnsel, dat bij het gebruik van voedsel, waardoor de afscheiding van maagzuur sterk gestimuleerd wordt, snel een gevoel van verzadiging kan optreden, terwijl ook personen, waarbij een trage afscheiding van maagsap plaats heeft, spoedig te verzadigen zijn. Dat het gevoel van verzadiging samenhangt met het verblijf van het voedsel in de maag. wordt o.a. bewezen door de waarneming, dat vleesch veel sneller verzadigt dan visch en geroosterd brood veel eerder dan versch brood. Cacao heeft van de dranken de grootste verzadigingswaarde, daarna koffie en ten slotte thee. Het karakter van verfrisschend, berust op afsplitsing van maagzuur, vandaar dat dit zeer sterk het geval is met saprijke vruchten en dranken uit vruchten bereid.

Het zijn vaak ook persoonlijke eigenschappen, die de verzadigingswaarde beheerschen. De min of meerdere appreciatie van spijzen is hierbij eveneens van grooten invloed. Wanneer men iets „tegen” gegeten heeft, zal men ten opzichte van die spijs zeer spoedig verzadigd zijn. Dat iets dergelijks geheel anders is dan het gevoel van voedselopname, blijkt wel uit de omstandigheid dat dit gevoel direct verdwijnt, zoodra een of ander lievelingsgerecht in uitzicht wordt gesteld. Ook de verdere psychische factoren mogen wij hierbij volstrekt niet uitschakelen.

Aangenaam discours, zindelijkheid, gemoedsstemming en vele andere abstracte begrippen zijn hierbij vaak van even groot belang als de „calorische waarde”, die eertijds als eenige maat aangegeven werd. Uitdrukkingen als: „geen stukje door de keel kunnen krijgen”, spreken voor zich zelf en het gevleugelde woord, dat men „niet moet leven om te eten, maar eten om te leven”, is dan ook in onze maatschappij niet onverdeeld juist gebleken.