Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Thee (bereiding en bestanddeelen)

betekenis & definitie

Thee (bereiding en bestanddeelen) - Thee eischt een zeer nauwkeurige en langdurige voorbehandeling eer ze zoo ver is, dat ze op de markt gebracht kan worden.

Het theeblad is langwerpig met gezaagden rand, vol nerven en voorzien van kleine kliertjes aan den bladrand. Het versch geplukte theeblad heeft een onaangenamen, bitteren smaak en bevat ongeveer 20 % met water extraheerbare bestanddeelen, waarvan de helft ongeveer uit theelooizuur bestaat. Zeer belangrijk voor het aroma van de thee is het ontstaan van de vluchtige theeolie, die bij het fermenteeren in vrijheid gesteld wordt. Verder komt in het blad een stof voor, theïne (identiek met coffeïne, het werkzame bestanddeel uit de koffie), deze verbinding bevordert de afscheiding van urine en wordt als zoodanig in de geneeskunde gebruikt.

Men onderscheidt groene en zwarte thee.

Het is hetzelfde blad, dat tengevolge van verschillende behandeling geheel andere eigenschappen krijgt. Voor ons is alleen van belang de laatste soort, de zwarte thee. De theebladeren worden geplukt, men laat ze op verflenszolders of in draaiende trommels verflenzen. Daarna worden de slappe bladeren opgerold en gekneusd. De inhoud van de verschillende plantencellen vermengen zich en de daarin aanwezige stoffen gaan met elkander verbindingen aan. Nu begint de fermentatie waarbij de theeolie vrij komt.

De thee krijgt haar kenmerkenden geur. De fermentatie wordt beëindigd, door over de bladeren heete lucht te blazen. De fermenten worden onwerkzaam en de opgerolde bladeren drogen in tot de bekende zwarte stokjes. Deze worden gesorteerd en in kisten van 40 kg verpakt. De kisten worden uit triplex gemaakt en met bladlood (theelood) of bladaluminium bekleed. Dit is de reden van den eisch, dat thee vrij zal zijn van sporen lood.

De verschillende soorten worden allereerst naar de productielanden onderscheiden; China-, Java-, Br. Indische-, Ceylonthee enz. De soorten waarin de thee gesorteerd wordt heeten; Souchon, Pecco, Souchon-Pecco en Oranje-Pecco. De laatste soort wordt ook geelpuntthee genoemd, omdat hiervoor uitsluitend jonge blaadjes gebruikt worden, die aan den onderkant bezet zijn met gele puntjes. Stof van thee draagt den naam van Dust.

Pecco en Souchon zijn de belangrijkste kwaliteiten. Een groote kunst is de thee goed te meleeren. Hierdoor ontstaat een mengsel, waarin de verschillende geuren elkaar ondersteunen en met elkaar harmonieeren. Het juist mengen van thee is een vaardigheid, die men alleen in de practijk kan verkrijgen. Chineesche thee heeft vaak een bloemengeur (naar honingklaver), als gevolg van bloemen, welke door de thee verwerkt zijn.