Tandbederf (caries) - Tandbederf met een wetenschappelijken naam Caries genoemd (de „wolf” in de tanden), hangt ten nauwste met het verteringsproces en daardoor ook met de voeding samen. Caries in het algemeen, is een langzame (chronische) ontsteking van het been. Meestal wordt hierbij een abces gevormd, dat zich door een fistelgang naar buiten ontlast. Caries van de tanden is betrekkelijk een onschuldige vorm van beenontsteking, in zooverre, dat caries van de tanden en kiezen kan optreden, terwijl het verdere lichaam nog volmaakt gezond is.
Gebrekkige voeding, aanleg enz. zijn factoren, die hierbij tevoren reeds van grooten invloed zijn. Door zure gisting (zetmeel en suikers) wordt het glazuur oppervlakkig aangetast, hetgeen tot caries aanleiding kan geven. Is het glazuur eenmaal beschadigd, dan wordt het organisch gedeelte van tand en kies spoedig een prooi van allerlei micro-organismen. De pulpa wordt geïnfecteerd en weldra wordt de eertijds gezonde tand of kies verwoest tot een kwalijk-geurende en onbruikbare ruïne. De kroon breekt af, de wortel komt bloot te liggen, waardoor een groote infectiekans ontstaat met alle fatale gevallen, die daaruit voort kunnen komen. Tandcaries leidt in een tijdruimte van 1 tot 5 jaar met ontwijfelbare zekerheid tot verlies van tand of kies. Een natuurlijk genezingsproces, zooals dat bij tal van andere infecties bekend is, bestaat bij tandbederf helaas niet, daarom is tandheelkundige behandeling de eenige weg tot behoud van het gebit.
Wanneer onder de verschillende mondbacteriën soorten voorkomen, die maltose verzuren, kan de tandcaries zelfs een acuut verloop hebben. Eiwitresten en vetresten zijn veel minder gevaarlijk dan zetmeelresten (brood, koek, snoeperijen), omdat alleen bij suiker en zetmeel melkzuur gevormd wordt. Het eten van vruchten als voorbehoedmiddel tegen tandbederf geldt dan ook als buitengewoon nuttig. Met desinfecteerende middelen zou men slechts secundair iets kunnen bereiken. Betrekkelijk hard voedsel is oorzaak van een massage van het tandvleesch. Hierdoor wordt o.a. ook overvloedig speeksel gevormd, dat als zelfreinigend middel werkt, vooral omdat hierdoor voedselresten uit retentieplaatsen automatisch verwijderd worden.
Over het verband van voeding en tandbederf zie Voeding (en tandbederf). Over den invloed van het speeksel zie Verteringssappen. Over bevordering van de speekselafscheiding zie Kauwgom.