Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Specerijplanten

betekenis & definitie

Specerijplanten - Enkelen van de groenten, die als specerijplanten bekend staan, zijn reeds onder de specerijen genoemd en beschreven. De rest kan zich hierbij aansluiten. De tuinkers is een gekweekte Lepidiumsoort; de bladeren worden als toespijs gebruikt.

Verder de knoflook, een bolgewas. De langgerekte bladeren en de bollen dienen als toekruid bij salade. Knoflook is winterhard, de plant vraagt maar zeer weinig verzorging.

Een bolgewas, dat hieraan nauw verwant is, de prei (Allium Porrum), is een late groente, die zelfs vrij strenge vorst kan verdragen. Bekende variëteiten zijn „Reuzen van Carentan” en de „Brabantsche winterprei”. Voorts noemen wij de salie, een lipbloemig gewas (Salvia) dat ook als wilde plant overal voorkomt. Deze specerij wordt bij de spijsbereiding zelden toegepast. Ten slotte noemen wij de zuring een overblijvende groente, die meerdere jaren op bedden blijft staan.

Een bekende variëteit is de „zuring van Bellegarde". Ook dit toekruid wordt zelden gebruikt. Zuring bevat een vrij aanzienlijke hoeveelheid oxalaten. Nierlijders zullen dus dit toekruid niet mogen gebruiken.