Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Rozijnen

betekenis & definitie

Rozijnen - Dit zijn gedroogde druiven, welke reeds sedert eeuwen als zoodanig bekend zijn. De Grieken en Romeinen gebruikten al rozijnen en krenten. Nog altijd genieten de producten uit Griekenland en de Levant een zekere vermaardheid. Van de Levantijnsche soorten is de Sultanarozijn het meest bekend.

Deze soort die tegenwoordig ook van het eiland Kreta komt, is buitengewoon rijk aan suiker. Men laat de vruchten aan den wijnstok verschrompelen en indrogen. Ze zijn dan soepel, fraai goudgeel en bijzonder geschikt om in allerlei gebak verwerkt te worden. De sultanarozijn is klein, zeer zoet en zonder pit. De sultaninen uit Californië zijn iets minder lekker van smaak. Deze worden bij het oogsten in olie en loog gedompeld, waardoor ze met een mooi glimmend zeephuidje overdekt worden, (oil dipped). Ook worden ze wel gezwaveld en op deze wijze voor bederf en verzuring gevrijwaard. Deze rozijnen worden als „Sun-maid” rozijnen verkocht.

Aan de productie wordt alle zorg besteed, hetgeen wel blijkt uit het waschwater, dat bijna vrij van vuil afloopt. Vroeger bevatten de Klein-Aziatische rozijnen groote hoeveelheden vuil. Mede door de concurreerenden invloed van Amerika is aan de productie in den laatsten tijd ook veel zorg besteed, wat tot aanzienlijke verbetering van het product geleid heeft. De overeenkomstige soorten uit Australië worden verkocht als „Sunraysed”. Toch kunnen het Californische noch het Australische product, ondanks de reclame en de uitstekende verzorging niet op tegen de soorten uit Klein-Azië. De Elemérozijnen zijn ook een Levantijnsche soort.

Deze is veel grooter dan de Sultane en heeft één of meer pitjes. Groote hoeveelheden Elemé dienen om op brandewijn of sherry gezet te worden. De Spaansche rozijnen zijn bijzonder mooi. Het zijn de Malaga rozijnen de „Muscatels”, die in trossen verpakt worden en dienen voor de „studentenhaver” (malagarozijnen met amandelen). De losse Malaga-rozijnen worden op grootte gesorteerd en al naar de grootte, met een aantal kronen gemerkt. 130 stuks in 1 ons heeft 2 kronen, 45 stuks in 1 ons 5 kronen enz. Malaga-rozijnen worden in groote hoeveelheden ontpit (in Amerika) ze worden dan voor dezelfde doeleinden gebruikt, waarvoor de pitlooze soorten toepassing vinden.

De gemiddelde samenstelling van Spaansche rozijnen wordt als volgt opgegeven: water 25 %, eiwit 3 %, vet 0,5 %, suiker 65 %, ruwvezelstof (pitten) 7 %, voedingszouten 2 %. Voor de pitlooze soorten is natuurlijk het gehalte aan ruwvezelstoffen aanzienlijk minder.

In het broodbesluit wordt voorgeschreven, dat krenten- of rozijnenbrood minstens 20 % van het gewicht aan krenten, rozijnen of sucade moet bevatten.