Melk (vervoer, bewaren en verkoopen op straat.) - Ook wat vervoer, bewaren en verkoopen op straat betreft, zijn in het Melkbesluit verschillende bepalingen opgenomen, die ten doel hebben verontreiniging tijdens het transport en bewaren, tot een minimum te beperken. Allereerst is noodig een vergunning als melkrijder, door den Keuringsdienst af te geven.
Melk en melkproducten mogen niet getransporteerd worden met voertuigen, waarmede afval van toebereide of onbereide eetwaren, hooi mest enz. vervoerd worden. Op melkbussen moet de waar aangeduid worden in hoofddrukletters van 3 cm hoogte, zwarte letters, op een witten achtergrond, op verpakkingen van 11 en kleiner, met letters van 4 m.m. Op straat moet de melk door middel van een kraan uitgetapt worden, opdat zoomin mogelijk verontreiniging plaats kan hebben. De maten moeten voorzien zijn van een handvat, zoodat bij het afmeten de melk niet in aanraking komt met de hand. De maten mogen niet open vervoerd worden, ze moeten tijdens het vervoer zoodanig opgeborgen zijn, dat verontreiniging door stof, vuil of insecten buitengesloten is. Melk en melkproducten moeten zich bevinden in vaatwerk, dat met deksels stofdicht gesloten kan worden, tenzij de waar zich bevindt in koellocalen, waar verontreiniging door stof buitengesloten is. Het vaatwerk mag niet met behulp van lappen, stroo of eenige andere stof, die de melk zou kunnen verontreinigen, afgesloten zijn. In de melkbussen, waarin de melk vervoerd wordt, moet zich een roerder bevinden, waarmede vóór iederen verkoop geroerd kan worden. Ook aan het vaatwerk worden bepaalde eischen gesteld : Kannen, teilen enz. mogen alleen vervaardigd worden uit metaal, dat minder dan 1 % lood bevat en niet gemaakt zijn uit metaal, dat schadelijke bestanddeelen aan de melk kan afgeven.
Het soldeer waarmede de bussen enz. gesoldeerd zijn, mag niet meer dan 20 % lood bevatten. Indien de melkvaten van binnen voorzien zijn van een verflaag, email of glazuur, mag dit niet loodafgevend zijn. Houten vaatwerk mag niet gebruikt worden. Alleen bij de bereiding van boter en karnemelk is het gebruik van teakhouten vaatwerk toegestaan. Ook aan de localiteiten, waarin de melk bewaard en behandeld wordt, worden in het besluit eischen gesteld. Melk mag niet bewaard worden in ruimten, die in gebruik zijn als: woon-, slaap-, ziekenkamer, keuken, kelder, doorloop, gang, portaal, portiek of hal. Van dergelijke ruimten moet de bewaarplaats van de melk op deugdelijke wijze afgescheiden zijn. Een melkbewaarplaats mag niet in onmiddellijke verbinding staan met: privaten, urinoirs, beerputten of mestvaalten.
Verder moeten de localen voorzien zijn van gewitte, met lichte kleur geverfde of met gladde tegels bedekte wanden en voorzien zijn van een stofdichte zoldering. De vloer moet goed dicht en gemakkelijk te reinigen zijn. Het geheel moet zich in zindelijken staat bevinden en het locaal moet rechtstreeks met de buitenlucht in contact staan. Een lokaliteit waar melk gekoeld of bewaard wordt, mag voor geen andere doeleinden gebruikt worden en geen stoffen bevatten die onaangename geuren zouden kunnen verspreiden bijv. keukenafval, slacht-afval, carbol, lysol, petroleum, of benzine. In dergelijke localiteiten waarin melk verkocht wordt, mogen verder alleen nog maar de volgende waren verkocht worden: melkproducten, boter, margarine, kaas, eieren, brood, verpakte koek, beschuit, consumptie-ijs (zie Consumptie-ijsbesluit), cacao, chocolade, koffie, thee, suiker, zout, vetten, oliën en waren in gecapsuleerde flesschen of luchtdicht gesloten verpakking. Melkbewaarplaatsen mogen niet dienen als verblijfplaats van dieren.
