Meelproducten (wettelijke aanduidingen en eischen) - De verschillende meelproducten worden in het Meelbesluit als volgt onderscheiden:
Meel, ongebuild meel of volmeel, het product verkregen door vermalen van tarwe rogge, haver, gerst, maïs of zaden van peulvruchten. Griesmeel, het product verkregen door breken van de al of niet van schildeelen bevrijde vruchten van tarwe, rogge, haver, gerst, boekweit, maïs, rijst of zaden van peulvruchten, tot meer of minder grove stukjes. Griesmeel van boekweit, haver en gerst mag ook als grutten of gort worden aangeduid. Bloem of gebuild meel, het poedervormig product verkregen door vruchten van tarwe, rogge, haver, gerst, boekweit, maïs, rijst of zaden van peulvruchten te vermalen en zooveel mogelijk van schildeelen en kiemen te bevrijden. Rijstebloem mag ook als rijstemeel en boekweitebloem ook als boekweitmeel aangeduid worden. Vlokken, het product verkregen door tarwe, rogge, haver, gerst, boekweit, maïs, rijst of zaden van peulvruchten, door pletten en dextrineeren tot vlokken te verwerken. Vlokken van haver en gerst mogen ook als havermout resp. gortmout verkocht worden (hoewel deze producten niet gemout zijn, d.w.z. niet oplosbaar gemaakt zijn door het proces van kieming in te leiden). Wanneer verschillende soorten meel onder elkander gemengd verkocht worden, moet dit worden aangegeven.
Dergelijke waar moet aangeduid worden als Gemengd meel (bijv. tarwe en rogge). Onder zetmeel wordt verstaan het product, dat door uitwasschen verkregen is, dus dat vrij is van eiwit (aardappelzetmeel, arrowroot, tapiocazetmeel, maïzena). Deze producten moeten behalve aan de bepaalde eischen, die bij ieder artikel afzonderlijk genoemd worden ook aan algemeene eischen voldoen. Het aschgehalte mag bij meel en vlokken niet hooger zijn dan 2,2 % en bij bloem, griesmeel en rijstvlokken niet hooger dan 1,5 %. Het watergehalte mag niet meer bedragen dan 16,5 %. Het meel mag niet verzuurd zijn, brandsporen en moederkoren mogen niet aanwezig zijn, evenmin eieren, spinsels, larven, poppen of volwassen exemplaren van insecten of andere dieren. Dergelijke waren mogen niet schimmelig zijn, niet afwijkend van geur of smaak en conserveermiddelen, zoetstoffen en schadelijke bestanddeelen moeten afwezig zijn. Wanneer de genoemde waren verpakt verkocht worden, moeten ze met de aangegeven namen op de verpakking aangeduid worden en wel zoodanig, dat deze aanduiding bestaat uit letters die van een niet minder in het oog vallend type, of kleiner zijn dan die van de andere woorden of namen, op de verpakking aangebracht. In winkels enz. waar deze waren los verkocht worden, moet deze aanduiding aangebracht zijn op of boven de bakken, laden, voorraadflesschen enz. in hoofddrukletters van tenminste 2 cm hoogte en een lijndikte van tenminste 2 mm. De wettelijke eischen en bepalingen gelden niet voor kippenvoer, mits duidelijk aangeduid als „kippenvoer” of „veevoeder”.
