Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Kappertjes

betekenis & definitie

Kappertjes zijn de ongeopende bloemknopjes van Capparis spinoza een vrij onbekende specerij. De stamplant is een 1 m hooge struik, die in de omstreken van Toulon en Marseille veel aangekweekt wordt. Vaak worden ze op grond van hun uiterlijk voor erwten of capucijners in het zuur aangezien, waar vermoedelijk de Fransche benaming „capucines” voor een bepaalde soort mede aanleiding toe gegeven heeft. 4 Kelkblaadjes en een gelijk aantal kroonblaadjes omsluiten een bosje meeldraden. Het geheel vormt een knopje van iets minder dan 1 cm omvang, vandaar de gelijkenis met erwten.

De jonge bloemknoppen worden vóór het openspringen afgeplukt en gesorteerd. Daarna worden ze ingezouten of in azijn geconserveerd. Kappertjes worden meestal in ronde wijdhalzige flesschen afgeleverd. Ze zijn klein, gesloten, rond, hard olijfkleurig of blauwachtiggroen. In Frankrijk worden ze meermalen met een spoor koperzouten grasgroen gekleurd. Bekende soorten zijn „Non Pareilles”, „Superfines” en „Capucines".

Overjarige kappertjes worden week en pappig. Dikwijls lijkt het, of op de vruchtjes een schimmel groeit. Iemand die de vruchtjes niet kent, zal ze hierdoor allicht weigeren. Dit is echter geen schimmelvorming of ander teeken van bederf, de vlekjes bestaan uit kleine, gele kristalletjes. De vruchtjes worden slechts door enkele firma’s in den handel gebracht, vervalsching komt zeer zelden voor. Worden de knopjes te laat geoogst, dan gebeurt het vaak, dat ze doorschieten en tot kleine vruchtjes uitgroeien. In Frankrijk wordt dit apart aangeduid (Cornichons de Caprier), Trouwens deze specerij is in Zuidelijke landen veel meer bekend dan bij ons.

De samenstelling van de in azijn geconserveerde specerij wordt als volgt opgegeven: water 87 %, eiwit 4 %, vet 0,5 %, koolhydraten 5 %, ruwvezelstoffen 1,5 %, voedingszouten 2 %.