Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Johannesbrood of carobe

betekenis & definitie

Johannesbrood of carobe - Dit zijn peulen van een boom (Ceratonia siliqua), die in het geheele Middellandsche zeegebied voorkomt. Vooral Algiers, Griekenland en Sicilië vervoeren veel van deze eetbare peulen naar Europa, waar ze gebruikt worden voor de fabricage van alkohol. De zaadjes uit de peul zijn waardeloos. Vroeger werden ze bij het goudwegen gebruikt, vandaar dat het gehalte in „karaten” uitgedrukt wordt.

Het vruchtvleesch wordt als versnapering gegeten, het is rinzig, evenals het vruchtvleesch van de tamarinde (bevat boterzuur en suiker) en heeft laxeerende eigenschappen. In de Oudheid bakte men een soort slavenbrood uit dit vruchtmoes (vandaar den naam Johannesbrood, omdat de Apostel Johannes, die lang in Grieksche gevangenschap geweest is, zich met dit brood gevoed zou hebben). De peulen bestaan voor 12% uit pitten en peul en voor 88 % uit vruchtvleesch. De samenstelling van het vruchtvleesch wordt als volgt opgegeven: water 15 %, eiwit 5 %, vet 1 %, suikers 69 %, ruwvezelstoffen 7 %, voedingszouten 2,5 %.