Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Groenten- en vruchtenteelt (onder glas)

betekenis & definitie

Groenten- en vruchtenteelt (onder glas) - Het principe van deze methode is zeer oud. De bedoeling van deze werkwijze is de weersinvloed voor het grootste gedeelte te temperen en toch de plant in ruime mate te laten profiteeren van bodem en zonlicht.

Broeikassen en broeiramen ontkenen hun naam aan de omstandigheid, dat de grond waarin gekweekt wordt, bedekt is met een laag bladaarde, run of mest, zoodat de plant niet alleen voordeel heeft van de meststoffen, die aangeboden worden, maar ook profijt heeft van de warmte, die bij de langzame omzetting in de mest of bladaarde ontstaat. Deze warmte kan niet ontwijken, maar wordt, althans voor een groot gedeelte, door het glas tegengehouden. Bovendien kan de plant voordeel trekken van de warmte, die gevormd wordt, doordat de zonnestralen als donkere warmte worden teruggekaatst en eveneens achter het glasraam gevangen blijven. Broeiramen werken dus ten opzichte van de lichtstralen als een fuik. Tegenwoordig wordt dit alles nog geperfectioneerd door verwarmen van den grond, het stoken van kachels of centrale verwarming enz. Met dit hulpmiddel kan men practisch gesproken iedere willekeurige temperatuur gedurende langen tijd handhaven. Groenten- en fruitkweekers maken gebruik van broeiramen, broeikassen en warenhuizen. Broeibakken zijn ondiepe bakken meestal van beton.

Niet verwarmde heeten „koude bakken”, een bijzondere vorm van broeibak is de „lessenaar”. Broeikassen zijn niets anders dan hooge broeiramen waarin de zijkanten ook doorzichtig zijn. Warenhuizen zijn complexen van broeikassen, waarin vroege zomergroenten en vruchten in groote hoeveelheden gekweekt worden. De glasbedekking bestaat vaak uit losse, afneembare ramen; de zoogenaamde „eenruiters”. Spinazie, sla, bloemkool, snijboonen, tomaten, aardbeien, perziken, peren, pruimen, komkommers enz. worden vaak onder glas gekweekt. Het glas laat het zonlicht niet volledig door. Het zichtbare licht wordt voor het grootste gedeelte doorgelaten, het ultraviolette gedeelte (onzichtbaar licht, van zeer kleine golflengte) wordt volledig tegengehouden. Inderdaad is het zonlicht dus veranderd en van de ultraviolette stralen beroofd. Voor de plant zijn echter de roode stralen uit het spectrum van het grootste belang, immers deze alleen worden door het bladgroen gebruikt.

Deze belangrijke stralen gaan bijna volledig door het glas heen. De plant profiteert er dus ten volle van. Beweringen, dat groente en fruit onder glas gekweekt in voedingswaarde achter zullen staan bij de producten uit den vollen grond, zijn onjuist. Integendeel ze zullen bijzonder kunnen profiteeren van de teelaarde en de beschutting die het glas geeft. De vergelijking, die wel eens gemaakt wordt, met kinderen die thuis zitten en die in de buitenlucht leven, gaat hier niet op.

Immers het is hier geen kwestie van weerstand maar van voedingswaarde. Het meerder bestand zijn tegen weersinvloeden gaat altijd gepaard met een hoog gehalte aan ruwvezelstoffen en deze bestanddeelen zijn altijd een belemmering bij de verteerbaarheid der spijzen. Ook het vitamine gehalte van kasgroenten en fruit geeft bij vergelijking met groente en fruit uit den vollen grond geen verschil. De druif, die hier voornamelijk in kassen gekweekt wordt, is wel is waar arm aan vitaminen, maar hier betreft het een vrucht, die ook in de landen, waar ze op wijnbergen in de brandende zon geteeld wordt, eveneens weinig vitaminen bevat.