Foelie - Deze specerij bestaat uit een gedeelte van de muskaatvrucht. De foelie zit als een beschermende mantel om de muskaatnoot en is in verschen toestand bloedrood. Foelie is dus eveneens een product van den muskaatboom (Myristica fragans). De specerij bevat een vluchtige olie en de zoogenaamde foelieboter, een vet, dat wel bij rheumatische aandoeningen als wrijfmiddel gebruikt wordt.
De beste foelie komt van de kleine Soenda-eilanden (Bandafoelie). Verder komt in den handel de Wilde of Papoeafoelie (veel minder gegevingerd dan het Bandaproduct) en de Bombayfoelie, een soort van een verwanten boom afkomstig, die ook in kwaliteit bij het product van de Soenda-eilanden zeer ten achter staat. De specerij moet voldoen aan de gewone eischen van zuiverheid (zie Specerijen). In het Specerijbesluit worden speciaal de eischen genoemd, waaraan de Bandafoelie voldoen moet. Deze luiden als volgt:
Foelie mag na verbranding hoogstens 3 % asch achterlaten. Hierdoor wordt voorkomen, dat waar, die ruw geoogst is in den handel gebracht zal worden. Verder mag het gehalte aan vluchtige olie niet beneden 4 % zijn. Papoeafoelie Bombayfoelie en het uitgetrokken product, worden hierdoor geweerd. Foelie, Wilde of Papoeafoelie en Bombayfoelie moeten als zoodanig aangeduid worden. Op bakken en voorraadflesschen enz. met hoofddrukletters tenminste 1,5 cm hoogte en op kleinere verpakkingen, zooals ze aan de klanten verstrekt worden in duidelijk schrift. De naam foelie, zonder meer, wil dus zeggen Bandafoelie.
