Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Drankwet

betekenis & definitie

Drankwet - In de Drankwet wordt de verkoop van de verschillende alkoholhoudende dranken geregeld.

Hierin wordt onderscheiden: Sterke drank, dit zijn alkoholhoudende dranken, waarin het alkoholgehalte 15 volumeprocent en hooger bedraagt. (Wanneer een suikerhoudende vloeistof in gisting wordt gebracht, kan het alkoholgehalte ten gevolge van het gistingsproces, nooit hooger worden dan 15 volume %, omdat bij die alkoholconcentratie, de gist sterft door den gevormden alkohol, (dus ten gevolge van de eigen stofwisselingsproducten. Is het percentage derhalve hooger dan 15 volume procent, dan kan dit alleen bereikt worden door destillatie of door toevoeging van gedestilleerd). Naast sterken drank worden de zwak alkoholische dranken genoemd. Zwak alkoholische dranken zijn: bier, wijn, vruchtenwijn en andere dranken waarin het alkoholgehalte minder dan 15 volume procent bedraagt. Bier is de drank, bereid door gisting van een afkooksel van gekiemde graanvruchten en hop (zie Bier). Wijn is het gegiste sap van druiven, met dien verstande, dat ook gedeeltelijke gisting geoorloofd is, met toevoeging van alkohol, alsmede andere bijzondere bewerkingen, uitsluitend voor zoover deze in het land van oorsprong bij de bereiding van de soorten gebruikelijk zijn en voor zooverre deze handelingen niet in strijd zijn met andere wettelijke voorschriften (zie Wijn). Vruchtenwijn is de gegiste drank, die minder dan 15 volume procent alkohol bevat, al of niet onder toevoeging van suiker, uit het sap van vruchten (andere dan druiven) of plantendeelen bereid (bijv. rhabarbersteelen) of een drank, die bestaat uit een mengsel van wijn en vruchtenwijn. Als vierde groep van zwak alkoholische dranken worden in de Drankwet genoemd de dranken (onverschillig van welken oorsprong), die een gehalte aan alkohol hebben van minder dan 15 volume procent.

Onder „Verkoop van sterken drank in het klein” wordt in deze wet verstaan, het verkoopen van hoeveelheden kleiner dan 10 liter. Onder „Verkoop van zwak alkoholische dranken in het klein” wordt in de Drankwet verstaan, het verkoopen van zwak alkoholische dranken in hoeveelheden kleiner dan 10 liter. Onder „Volledige vergunning” wordt verstaan, vergunning tot verkoop van sterke dranken in het klein, zoowel voor gebruik ter plaatse voor welke de vergunning geldt, als voor gebruik elders. Onder „tapvergunning” wordt in de Drankwet verstaan, een vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein, uitsluitend voor gebruik ter plaatse voor welke de vergunning geldt. Onder „slijtvergunning” wordt verstaan, een vergunning tot verkoop van sterken drank, uitsluitend voor gebruik elders dan ter plaatse voor welke de vergunning geldt.

Onder „hótelvergunning” wordt verstaan, een vergunning tot verkoop van sterken drank in het Hein in hotels, alleen aan logeergasten uitsluitend voor gebruik ter plaatse, waarvoor de vergunning geldt. Onder „sociëteitsvergunning” verstaat de wet een vergunning tot verkoop van sterken drank in het Hein in sociëteiten, uitsluitend voor gebruik ter plaatse voor welke de vergunning geldt. Onder „verlof A” wordt verstaan, verlof tot verkoop van zwak alkoholische dranken in het klein, zoowel voor gebruik ter plaatse, waarvoor het verlof geldt, als voor gebruik elders. Onder „verlof B” wordt verstaan verlof tot verkoop van zwak alkoholische dranken in het Hein, uitsluitend voor gebruik ter plaatse, voor welke het verlof geldt.