('a:n) o. (-en).
aanrechtbank v. (-en) smalle vaste tafel met kastjes langs een der keukenwanden, waarop de spijzen worden aangerecht. aanrechten (rechtte aan, heeft aangerecht)
1. in orde maken voor het opdissen : de spijzen -. Syn. opdissen, toebereiden.
2. geven : een feestmaal -.
aanrech ting v. (-en).
aanrechtkamer v. (-s) grote aanrechtkeuken. Syn. office.
aanrechtkeuken v. (-s) vertrek naast de keuken, waar de spijzen worden aangerecht.
aanrechttafel v. (-s) keukentafel, waarop de spijzen worden aangerecht.