Verschuerens modern woordenboek

Jozef Maria Augustinus Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 03-10-2019

aanrecht

betekenis & definitie

('a:n) o. (-en).

aanrechtbank v. (-en) smalle vaste tafel met kastjes langs een der keukenwanden, waarop de spijzen worden aangerecht. aanrechten (rechtte aan, heeft aangerecht)

1. in orde maken voor het opdissen : de spijzen -. Syn. opdissen, toebereiden.
2. geven : een feestmaal -.

aanrech ting v. (-en).

aanrechtkamer v. (-s) grote aanrechtkeuken. Syn. office.

aanrechtkeuken v. (-s) vertrek naast de keuken, waar de spijzen worden aangerecht.

aanrechttafel v. (-s) keukentafel, waarop de spijzen worden aangerecht.