Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Gepubliceerd op 14-11-2019

tand(jes)

betekenis & definitie

Wij kennen de historische eedformule bij de tanden van God, waarin God en zijn tanden tot getuigen worden aangeroepen dat men de waarheid spreekt. Het ijdel gebruik van die eedformule maakt haar tot vloek, die, om anderen niet te kwetsen, verbasterd en dus afgezwakt kon worden, maar ook tot exclamatie.

Men kon ook zweren op minen tand. Deze formule komt al in het Middelnederlands voor. De eed werd tot krachtformule en later tot uitroep.

Tot de zogenaamde ‘sotte eede’ wordt de Middelnederlandse formule biden tanden van miselven gerekend. Aangetroffen zijn in de 16de en 17de eeuw bi den tanden of by gans tanden. De waarschijnlijk als grappig bedoelde gans mierrentant en gans draeckentant gaan volgens De Baere (1940: 107) hierop terug.

De hedendaagse verwensing krijg tandjes! betekent je kunt me wat, ik heb helemaal geen interesse meer in je, het enige waar je nog geschikt voor bent, is voor het krijgen van tanden, rot op’. Mogelijk moeten wij ook denken aan het krijgen van tanden, dat gepaard gaat met pijn, waarmee de verwensing in de ziektesfeer terechtkomt.

Bral e.a. (1998) noemt voor Den Haag nog krijg de ingezouten tandjes! Ingezouten fungeert hier als versterker.