Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Gepubliceerd op 14-11-2019

stront

betekenis & definitie

In een veertiende-eeuws gedicht vond De Baere (1940: 109) bi den stronte ‘bij de uitwerpselen van God’. De verwensing laat-ie in de stront vallen! drukt thans gelatenheid of onverschilligheid van de spreker uit ten opzichte van het gebeuren of de daad van een ander, of jegens de kritiek van een ander op de eigen daad.

De verwensingen zak in de stront! en je kunt in de strontzakken! ‘bekijk het maar, je kunt me wat’ drukken minachting en afkeer van de spreker uit. Hetzelfde geldt voor stap toch in de stront! en krijg stront aan je gaffel!; beide zijn opgegeven door correspondenten uit Twente.

Een versterking van krijg de stront! treffen wij in krijg de galopstront! In hetzelfde gebied komt het volgende rijmpje voor: watje zegt, ben je zelf// Met je kop door de helft,//Met je kop door de stront,// Stink je morgen uit je mond. In regel (3) zie ik een elliptische antwoordverwensing die voluit luidt: (kruip) met je kop door de stront! De letterlijke betekenis is zo goed als geheel vervaagd. De emotionele duidt op minachting en kan weergegeven worden met ‘ik kots van je, rot maar op’. zie elf, gaffel, helft, koffiemelk, kunnen, lepel, likken, melk, schijten, tiet, touw, vallen, verf, zakken.