Bastaardvloek en uitroep van verbazing, schrik, ontsteltenis enz. In oeie zie ik een verbastering van goed. De uitroep correspondeert met verbindingen als goeie genade e.d.
In -mina en -mine zie ik een oude(re) vorm van het bezittelijk voornaamwoord mijn, dat in deze vloek dienstdoet als achtergeplaatste bijvoeglijke bepaling. zie Maria, genade.