Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Gepubliceerd op 14-11-2019

jezusmariajozef

betekenis & definitie

Op katholieke scholen en internaten bestond tot aan de jaren zestig van onze eeuw de gewoonte om boven het ingeleverde proefwerk een acroniem te schrijven ter goddelijke beinvloeding van het resultaat van de proeve van bekwaamheid. Zo’n acroniem was bijvoorbeeld [I]AMDG,[/I] dat staat voor Ad majorem Dei gloriam ‘ter meerdere eer en glorie van God’.

Veel vaker nog werd gebruikt [I]JMJ[/I] voor Jezus, Maria, Jozef. Deze vrome bede kon in geval van oneigenlijk gebruik ook worden tot uitroep van verontwaardiging en andere frustraties, zoals uit het volgende voorbeeld blijkt. Op 18 augustus 1889 schreef Lodewijk van Deyssel, alias Karei J.L.

Alberdingk Thijm, aan zijn vriend, de toneelspeler Arnold Ising junior te Amsterdam, om hem te berichten dat hij verhuisd was van zijn Villa des Véras te Mont-lez-Houffalizc naar Kremerstraat 28, hoek Vischmarkt in Bergen op Zoom. Hij deed dat op wel heel originele wijze aldus: “Ik kan, god-vertdomme, waardste Amice-vriend, u bij alle bliksem mededelen, dat ik nu weêr met mijn beroerde kont op een Bergen-Op-Zooms bovenhuis, Jezus, Maria, Jozef, ben aangeland.” Afhankelijk van de intonatie is de kracht van deze uitroep gelijk aan die van godverdomme.

< >