Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

tamboeren

betekenis & definitie

(tamboerde, getamboerd) veel lawaai maken, herrie schoppen.

‘Heeft u vannacht ook die braspartij gehoord? Ik vind dat we daar de parkmanager moeten over aanspreken. Er marcheren hier soldaten voorbij in het holst van de nacht, waarschijnlijk om in het dorp te gaan tamboeren. Ik begrijp niet dat hun officieren zoiets toelaten.’ - HN, 19-01-2001.