Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

nadar

betekenis & definitie

(de, -s), nadarafsluiting (de, -en), nadarhek (het, -ken) dranghek.

Ik schat dat ik in Halle een stuk of honderd supporters achter de nadar zal hebben’, oppert Nico Mattan. Zijn gelaat, tot dan op vrij onverschillig, plooit plots open in een brede grijns. - DS, 28-06-2001.