(de, -n), maartje (het, -s) dienstmeisje, meisje.
Tineke van Heule, ons maartje
Kan werken gelijk een paardje
Kan melken - kan mesten
Kan schuren gelijk de besten.
Tineke van Heule, ons maartje
Staat hoog in de gunst van mijn vaartje
En als moederken haar prijst Dat mijn zuster er om krijscht
Dan lach ik een beetje in mijn baardje Refrein
Liever dan 'n visch die in een goudzee zwemt.
Liever dan een vogel die geen sparen kent Liever dan een freule.Tineken van Heule (bis)
Tineken ons maartje in haar hemd.
- volksliedje.