Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

gans

betekenis & definitie

(bn. en bw.) heel, helemaal

- de ganse dag, de hele dag.

‘We exporteren zowel naar de Arabische landen als naar de Verenigde Staten en worden de ganse dag met de oorlog geconfronteerd’, zegt directeur Myriam Schepers. - BvL, 19-03-2003.

Toch bleven de verschillende brandweerkorpsen in de regio de toestand de ganse dag nauwlettend in het oog houden. - HN, 31-12-2002.

- gans verwoest, helemaal verwoest.