Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

forfait

betekenis & definitie

(het) verstek, afwezigheid op een afspraak - forfait geven, niet opkomen of zichterugtrekken, verstek laten gaan.

Om toch nog een finaleplaats te halen nadat ze als negende eindigde na de schiftingen, moest ze een ploeggenote overhalen om forfait te geven. - DM, 01-08-2002.

- met forfait winnen, reglementair winnen, zonder een wedstrijd te spelen.

< >