Definities van Vlaams-Nederlands woordenboek in de Ensie U
- u
- uil
- uit
- uitbating
- uitbating uitdoen
- uitblutsen
- uitbollen
- uitbreiding
- uitbrengen
- uitbrieven
- uitdraaien
- uiteen
- uiteendoen
- uiteenhouden
- uiteenkrijgen
- uitgaan
- uitgangs-
- uitgave
- uitgenomen
- uitgeput
- uitgeregend
- uitgeven
- uitgifte
- uitgiftekantoor
- uitgiftepremie
- uithalen
- uithangen
- uitkant
- uitklaren
- uitkomen
- uitkuisen
- uitleggen
- uitlengen
- uitputting
- uitschieten
- uitschijnen
- uitschuiver
- uitspelen
- uitstaans
- uitstalraam
- uitstap
- uitsteken
- uitstel
- uitterhand
- uittreden
- uittreksel
- uitvagen
- uitvallen
- uitvliegen
- uitwerken
- uitwijkeling
- uitwijken
- uitwijking
- uitzicht
- uitzonderlijk
- uitzweten
- unief
- unitarist
- universitair
- universiteitsprofessor
- urbanisatie
- urgentie
- uur
- uurregeling
- uurrooster
- uurtabel
- Uurwerk
- UZ