Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

deftig

betekenis & definitie

(bn. en bw.) fatsoenlijk, net van personen.

- zich deftig gedragen, zich netjes gedragen.net, behoorlijk, degelijk van zaken.

De bevalling wordt ingeleid en Alina bevalt van haar dode dochtertje: een klein, gaaf, perfect meisje waar de ouders ook graag deftig afscheid van willen nemen. - DM, 16-01-2003.

< >