Gepubliceerd op 14-03-2021

Zaadcontróle

betekenis & definitie

Onderzoek van landbouwzaaizaden door de proefstations (zie het art. landbouw-proefstations) met het doel den kooper (landbouwer of tuinier) tegen waar van minder gehalte te beschermen, daar eene beoordeeling naar uiterlijke kenmerken onmogelijk is. Vooral geldt het hierbij echtheid der soort, zuiverheid van onkruidzaden en allerlei soms opzettelijk bijgevoegde bestanddeelen, en eindelijk het [i]Iciemvermogen.

[/i]

Als grondvester der zaadeontróle kan F. Nobbe in Tharand, Kng. Saksen, worden aangezien, die omstreeks het jaar 1865 het stelselmatig onderzoek organiseerde. Later zijn overal, hetzij afzonderlijke proefstations, hetzij af dodingen aan reeds bestaande inrichtingen van dien aard gevestigd. In Nederland begon de zaadcontröle aan het proefstation te Wageningen in Febr. 1877 en werd 20 jaar later aldaar een afzonderlijk Rijksproefstation voor zaadcontröle geopend, dat tegenwoordig naar de eiscben des tijds zeer volledig is ingericht.