lat. Vistula, de hoofdrivier van Polen, ontspr. ter hoogte van 1154 m. op de Beskiden in Oostenr.-Silezië, loopt voorbij Krakau (bevaarbaar), Warschau en Plozk, verder in West-Pruisen, langs Thora. en Graudenz, splitst zich 59 km. van zee in de Nogat en de W., welke beide (de laatste na zich vooraf nog te hebben gesplitst in de Oude of Elbinger en Nieuwe of Danziger W.) met vele armen (delta van 2200 km.2) uitloopen in de Oostzee; lengte 1050 km., stroomgebied 191.406 km.2; veel ijsgang, die dikwijls gevaarlijk wordt, veel scheepvaart en vlotterij.
Zijrivieren: rechts de Dunajec, San, Wieprz, Bug, Drewenz; links de Piliza, Brahe, Zwartewater, Ferse, Mottlau en Radaune.