Gepubliceerd op 19-01-2021

W. h. j. th. van basten batenburg

betekenis & definitie

geb. 13 Nov. 1862 te Lichtenvoorde, studeerde te Utrecht en te Amsterdam in de rechten, promoveerde in laatstgenoemde plaats, was van 1886 tot 89 secretaris der gemeente Lichtenvoorde, van 1889 tot 91 advokaat en procureur bij de rechtbank te Roermond, en werd vervolgens benoemd tot ambtenaar van het Openb. ministerie der kantongerechten Osch, Heusden, Waalwijk en Oirschot, met standplaats te ’s Hertogenbosch. 26 Juni 1894 werd hij in het kiesdistrict Eist tot lid der Tweede kamer gekozen, en in Juni 1897 herkozen.