Gepubliceerd op 14-03-2021

Tiran

betekenis & definitie

of tyran (gr.-lat. tyrannus) bij de oude Grieken in tegenstelling tot de oude koningen benaming voor een heerscher, die langs revolutionnairen weg in het bezit der alleenheerschappij (tyrannis) gekomen was; het woord bevatte dus enkel de gedachte aan usurpatie, niet die van willekeur of wreed e regeering. In de 7de en 6de eeuw v.

Chr. treden voor liet eerst in Griekenland tirannen op cn dezo tijd beteekent voor de meeste steden een tijdperk van hoogen bloei en groote macht; hun hoven waren meestal ook middelpunten van wetenschap en kunst. Doch slechts zelden werd er op die wijze een dynastie van langen duur gesticht. Meestal werd de tiran spoedig door adel en volk, die beiden gelijkelijk door hem verdrukt werden, verdreven; men verstond daarna onder T. een dwingeland, welke beteekenis ook thans nog aan het woord verbonden is; het type van zulk een T. is de oude Dionysius van Syracuse. Met den naam van de Dertig tirannen duidt men de oligarchen aan, die in Athene na het eind van den peloponnesischen oorlog (404 v. Chr.) werden aangesteld en een willekeurige en wreede regeering uitoefenden. In den la teren keizertijd worden de stadhouders, die zich bij de verwarring in het rijk onder Gallienus in de verschillende provincies 258—268 na Chr. als tegenkeizers opwierpen, doch weldra verdreven werden, somwijlen eveneens de Dertig tirannen genoemd.