In de 2de helft der 12de eeuw komen de eerste sporen van S. op. ’t Christelijk symbolisme vergeestelijkt de vormen en geeft ze poëzie; de gothische kerkgebouwen zijn krachtig en sober en toch sierlijk en fijn en krijgen die hoogere uitdrukking, die haar volmaking in de S. zou bereiken. Over het algemeen heerscht de spitsboog eerst in de binnenordonnantie terwijl de rondboog nog in de buitenordonnantie gehandhaafd blijft.
In de 13de eeuw begint het eigenlijke tijdvak der S., een kunst, die van de mystische gezindheid en het onwrikbaar geloof der Christenheid de tastbare vorm en waarvan de middeleeuwsche kathedraal de hoogste uiting is. De S. heeft drie tijdperken gekend, die zich elk onderscheiden in de mate van eenvoud der versieringen en in ’t verschil der vormen van de samenstellende deelen. ’t Eerste tijdperk, de 13de eeuw, is van een zuiveren eenvoud, de boog is zeer rijzig of spits en alle onderdeden vertoonen een soberheid, die aan het geheel een majestueuze eenheid schenkt. De stijl der 14de eeuw, het 2de tijdperk, is sierlijker van uitvoering en volmaakter van détails, zonder nochtans den strengen eenvoud te verliezen en in dat tijdperk bereikt de S. ook zijn hoogtepunt en is van een zelfstandige schoonheid, die in geen enkel opzicht aan andere bouwstijlen in het verleden herinnert. De S. van dien tijd draagt naar den aard der versieringen den naam van den schitterende (Rayonnant). Gedurende den loop der 15de eeuw, het 3de tijdperk, verliest de S. in den ernst en verhevenheid van zijn symboliek. De schoonheid van het geheel wordt veelal verwaarloosd voor die der details, de schoone band tusschen eenvoud en sierlijkheid wordt losser, de verticale lijnen gaan verloren, doordat de onderdeden met bladen, bloemen en tandwerk bedekt, de naalden en spitsen opengewerkt, de lijnen gebroken, de geledingen veelhoekig en de arcades met loofwerk versierd worden. Dit is het tijdperk v. d. vlammenden S. (Flamboyant), vlammend naar de gebogen lijnen, die beurtelings concaaf en convex in een punt uitloopen en vooral in de vensterramen voorkomen, een stijl, waarin het geheel als een ragfijn kantwerk nog wel van een bijzondere schoonheid is, maar waaraan, de hoogste waarde, de geestelijke schoonheid, ontnomen is. Opmerkelijk is dat men in den tijd van den flamboyantstijl aan bijna alle vensteropeningen andere traceeringen gaf.Vele groote kerkgebouwen, als de Domkerk te Keulen, Straatsburg en Reims, zijn gedurende verschillende perioden van den S. gebouwd, waarvan de stijl der onderdeelen de duidelijke sporen draagt. De andere bouwkundige monumenten der middeleeuwen ondergaan in hoofdzaak de wisselingen van den S. en geven getuigenis van zijn hooge ontwikkeling en vooral de prachtige stadhuizen en gerechtshoven der 15de eeuw dragen de rijke versieringen der 3de periode, maar de grootste volmaking vond toch de S., als verzinnelijking der godsdienstige gezindheid, in de kathedralen der 13de en 14de eeuw.