Gepubliceerd op 18-03-2021

Slot

betekenis & definitie

onderdeel van een handvuurwapen, dienende tot het ontsteken der lading. Bij de oude geweren had dit zeer verschillende vormen, zooals bijv. het lontslot, bestaande uit een haan, tusschen welks lippen een brandende lont werd vastgeklemd, die door de werking van den trekker op het kruit werd geslagen; het vuursteenslot bestaande uit een getand ijzeren rad, hetwelk draaiende tegen een vuursteen slaat en hierdoor het pankruit ontstak, enz. enz.

In het begin der vorige eeuw werd de wijze van ontsteking belangrijk verbeterd door invoering van het percussieslot, bestaande uit een haan, welke bij het aftrekken van den trekker met kracht op een percussiedopje, gevuld met slagsas, slaat, zoodat de hierbij optredende vuurstraal de buskruitlading kan ontsteken.Bij de tegenwoordige geweren, waaraan als eisch gesteld wordt, dat de schutter meerdere schoten achter elkander moet kunnen afgeven zonder telkens een patroon in het geweer te plaatsen, bestaat het slot uit het achter op den staart geschroefde staartstuk, met het daaronder bevestigde magazijn. Het magazijn bevat gewoonlijk 5 patronen in een patroonhouder vereenigd, benevens het mechanisme om na ieder schot de nieuwe patroon voor te brengen, en zoodra de patroonhouder leeg is, deze uit te werpen. In het staartstuk glijdt heen en weer de grendel voorzien van de slagpin, welke bij het openen van den grendel automatisch gespannen wordt door de slagveer. Bij het sluiten van den grendel wordt de patroon in de loop gebracht. Trekt men nu aan den trekker dan kan de slagveer zich ontspannen en wordt de slagpin met kracht naar voren gedreven, tegen het met slagsas gevulde slaghoedje van de patroon, zoodat de hierdoor optredende vuurstraal het buskruit ontsteekt. Bij het op nieuw openen van den grendel, wordt dan weder de slagveer, nu voor het volgend schot, gespannen en tevens de leege patroonhuls van het afgegane schot uitgeworpen.

Jachtgeweren hebben een slot dat veelal overeenkomst met het oude percussie slot vertoont.

De oude pistolen vertoonen sloten overeenkomende met de oude geweren. De meer moderne revolvers hebben een eenvoudig slot met neervallenden haan in principe gelijk aan dat der percussiegeweren; echter slaat hier de haan tegen het slaghoedje van een patroon geplaatst in een ronddraaiende trommel, zoodat na ieder schot de trommel juist zooveel ronddraait als noodig is om de volgende patroon voor te brengen. De in de laatste jaren uitgevonden automatische pistolen, welke het voordeel hebben, dat een zeer groot aantal patronen, zonder opnieuw laden, achter elkander kan worden verschoten, hebben uit den aard der zaak een zeer samengesteld slot.