(eigenlijk Simon Lemm Margadant geheeten, vandaar ook Emporicus of Mercatorius bijgenaamd) berucht als onkiesch latijnsch dichter, geb. in het begin der zestiende eeuw, in Graubünden, ging 1583 op de universiteit te Wittenberg, waar hij onder Melanchton studeerde, verwekte echter door zijn Epigrammaton libri duo (Wittenberg 1538) Luther’s toorn, zoodat hij weggezonden werd. Hij begaf zich naar Halle en wreekte zich door een derde boek der Epigrammen met heftige uitvallen tegen Luther, en door de, onder het pseudoniem Lucius Pisaeus Juvenalis, de Batrachomyomachia nagedichte Monachopornomaehia (Monnikhoeren oorlog), waarin hij de „gruwelen van het wellustige Wittenberg” wilde onthullen.
In 1540 als leeraar aan de pasgestichte humanistische Nieolai-school te Chur beroepen, publiceerde hij kort voor zijn dood (24 Nov. 1550 te Chur) onder navolging der Aeneïs zijn hoofdwerk: Libri IX de bello Suevico ab Helvetiis et Rhaetis adversus Maximilianum Caesarem 1499 gesto (gewoonlijk Rhaeteïs genoemd; het eerst gedrukt door Plattnes, Chur 1874) Hij was een man zonder karakter, doch een uitstekend versificator.