Gepubliceerd op 20-01-2021

Samuel davidson

betekenis & definitie

Engelsch theoloog en exegeet, geb. te Ballymena in Ierland, 1807, overl. 1 April 1898; van presbyteriaan congregationalist geworden, kreeg hij in 1842 den leerstoel der bijbelsche letterkunde aan Congregationalist College te Manchester; hij was ook lid van het Old Testament Revision Committee; zijn hoofdwerken zijn : Sacred Hermeneutics (1843), Treatise on Biblical Criticism (1852), Introduction to the Old. Testament (1862), An Introduction to the New Testament (1868), The Canon of the Bible (1877), The Doctrine of the Last Things (1883); hij leverde ook een engelsche bewerking van Greseler’s Kerkgeschiedenis, en van Fürst’s Hebreeuwsch lexicon.

< >