Gepubliceerd op 18-03-2021

Raad van nederlandsch-indië

betekenis & definitie

de Raad v. State v.

Nederl.-Indië, adviseerend lichaam dat de Gouverneur-Generaal naast zich heeft; bestaat uit een vice-president en vier leden; deze worden door den koning benoemd en moeten woonachtig zijn op een afstand van minder dan vijf palen (1607 M.) van de plaats van ’s Raads vergaderingen. De Raad is ten ! aanzien der uitvoerende macht een adviseerend | lichaam, welks advies ten allen tijde door den Gouv.-Gen. kan gevraagd worden. Dat advies moet worden ingewonnen ten aanzien van: 1) alle instructies en reglementen het algemeen of gewestelijk bestuur betreffende; 2) oorlogsverklaringen en vredes- en andere verdragen en in het algemeen van elke regeling der staatkundige betrekkingen met indische vorsten en volken; 3) de algemeene begrooting van ontvangsten en uitgaven; 4) de algemeen e strekking der maatregelen door het burgerlijk gezag genomen of te nemen in geval van oorlog of opstand; 5) buitengewone maatregelen van gewichtigen aard; en 6) benoemingen tot gewichtige ambten. In de uitoefening der wetgevende macht en in sommige bepaalde gevallen moet de G. G. in overeenstemming met den Raad handelen, of, wanneer hij zich daarmede niet vereenigt, de uitspraak van den koning inroepen. Wanneer de Raad is gehoord, wordt daarvan in den aanhef van het besluit melding gemaakt. De Raad vergadert ten minste eenmaal ’s weeks, op den daartoe door den G. G. vastgestelden dag, en houdt zijn zittingen in het paleis te Weltevreden ter hoofdplaats Batavia, tenzij in bijzondere gevallen, voor een of meer zittingen van den Raad, een ander gebouw of een andere plaats wordt aangewezen. Behoudens in spoedeischende gevallen neemt de Raad geen besluit tenzij minstens drie leden (de vicepresident daaronder begrepen) tegenwoordig zijn. Zijn adviezen licht de Raad met redenen toe. De Raad wordt bijgestaan door een secretaris, die door den G. G., op voordracht van den Raad, benoemd wordt. De G. G. voegt, op voordracht van den Raad, aan den secretaris zoovele en zoodanige ambtenaren toe, als in het belang van den dienst noodig zijn. Het reglement van orde voor den Raad is vastgesteld bij Kon. Besl.