Gepubliceerd op 17-02-2021

Peter andreas heiberg

betekenis & definitie

deensch publicist en dramatikus, geb. te Vordenborg, 16 Nov. 1758, werd in 1788 translateur te Kopenhagen. In 1799 wegens zijn liberale gevoelens uit zijn vaderland verbannen, ging hij naar Parijs, waar hij gedurende het keizerrijk als chef de bureau bij het ministerie van buitenlandsche zaken werkzaam was.

Ook vergezelde hij Talleyrand naar Berlijn, Warschau, Erfurt en Weenen. Onder de restauratie werd hij gepensionneerd en overl. te Parijs 30 April 1841. Hij vervaardigde vele blijspelen, die met grooten bijval ontvangen werden. Onder deze munt zijn Heckingborn bovenal uit. Ook verschenen van hem populair wijsgeerige en staatkundige geschriften. Tot de laatsten behooren de in het deensch geschreven werken over de doodstraf, over de invoering der souvereiniteit in Denemarken, de politieke aphorismen en zijn Précis historique et critique de la constitution de la monarchie danoise (Par. 1820).

Als blijspeldichter heeft hij na Holberg het grootste aantal oorspronkelijke blijspelen geleverd. Zie ook Gyllenbourg-Ehrensvard.Johan Lodewijk H„ zoon van den vorige, een deensch dichter, 14 Dec. 1791 geb., trad reeds in 1814 als dichter op met een bewerking van den Don Juan en werd in 1817 op zijn verhandeling De poeseos dramaticae genere Hispanico et praesertim de Petro Calderone de la Bar ca tot doctor bevorderd. Van 1819—22 hield hij zich te Parijs op. Na zijn terugkeer tot hoogleeraar te Kiel aangesteld, schreef hij Die Formlehre der dan. Sprache (1825) en Nordische Mythologie (1827). Een reis naar Berlijn in 1824 bracht hem in kennis met Hegel. Vroeger en later verschenen van hem een tal van gedichten, tooneel- en blijspelen.

Vooral zijn Elverhöi (1828) werd gunstig ontvangen. Hij gaf ook eenige wijsgeerige schriften uit en deed zich in zijn Ueber die Bedeutung der Philosophie für die Gegenwart (1833) als een aanhanger van het stelsel van Hegel kennen. Van 1849 —56 was H. als directeur van den koninklijken schouwburg werkzaam. Sedert dien tijd was hij beoordeelaar der tooneelstukken en overl. 25 Aug. 1860 te Kopenhagen. Zijn dramatische schriften werden in het duitsch en vele andere talen overgebracht. In 1892 verscheen een nieuwe uitgave zijner Poetiske Skrifter (11 dln., Kopenh.).

H. introduceerde de vaudeville in de deensche tooneelliteratuur, na eerst de philosophie van Hegel in zijn vaderland ingang te hebben doen vinden. Zijn echtgenoote, Johanne Louise H., geboren Patges, geb. 22 Nov. 1812 te Kopenhagen, in 1831 met H. gehuwd, behoorde tot de beste toneelspeelsters van Denemarken; zij overl. 21 Dec. 1890. Men heeft van haar vele vaudevilles, waarvan enkele zeer in den smaak vielen. Uit haar nalatenschap gaf Jörgensen in het licht: Et Liv genoplevet i Erindringen (4 dln. 1892, duitsch Leipz. 1901).

< >